Het machinegeluid van het bedrijf zorgt voor een sonoor achtergrond-
geluid, dat wezensvreemd is in een overwegende woonomgeving. Dit geluid
kan naar buiten treden doordat het uit 1913 daterende gebouw een groot
aantal openingen kent voor verlading en licht- en luchttoetreding.
Ook indien deze openingen niet benut worden is de geluidafschermende
werking geringer dan bij een geheel gesloten gebouw. Daarnaast zijn er
een aantal openingen voor mechanische ventilatie.
23 Randvoorwaarden
Ten aanzien van de situering en massa-opbouw van de uitbreiding zijn
de volgende randvoorwaarden gesteld.
In verband met het uitzicht van de woningen aan de oostzijde is een
zowel qua hoogte als qua diepte getrapte opbouw van het bouwvolume
gewenst met een optimale vormkwaliteit. Daarnaast is de hoogte van
15-17 m in relatie tot de omringende bebouwing en het open landschap
als maximum te beschouwen.
Voor het agrarisch gebied geldt als randvoorwaarde dat de openheid
zo min mogelijk wordt aangetast door een verdere intensivering van be-
bouwing. Bij een eventuele beplanting moet worden gestreefd naar behoud
van de openheid.
In het Koninklijk Beslui t nr. 15 d.d. 2 november 1983 heeft de Kroon inge-
stemd met de töevoeging van een voorwaarde met betrekking tot het geluids-
niveau aan de Hinderwetvergunning voor het bestaande bedrijf. De ge-
vraagde Hinderwetvergunning voor de uitbreiding van het bedrijf werd
geweigerd. Uit de overwegingen van dit Koninklijk Besluit is onder meer
de navolgende mi1ieuhygiënische randvoorwaarde te trekken:
geluidhinder moet op voldoende wijze worden ondervangen en mag
nabij de gevels van niet tot de inrichting behorende woningen
de volgende waarden niet overschrijden:
40 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur
45 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur, alsmede op zondagen en
algemeen erkende feestdagen tussen 07.00 en 23.00 uur
50 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur
- 58 -
IC U. .1
c; TT(.
l