122
In het kader van het overleg ex artikel 8 van het Besluit op de Ruimte-
lijke Ordeninq is het ontwerp-bestemmingsplan Glip III aan de volgende
instanties toegezonden:
1. Eerstaanwezend ingenieur de Genie;
2. Hoofddirekteur van de Rijksdienst voor de Monumentezorg;
3. Rijksconsulent voor Handel Ambacht en Diensten in Noord-Hol1and
4. Het college van burgemeester en wethouders van Haarleniniermeer;
5. Het Hoogheemraadschap van Rijnland;
6. Hoofdingenieur-Direkteur, tevens Inspekteur van de Volkshuisvesting
in Noord-Hol1and
7. Direkteur Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg
8. Hoofdingenieur-Direkteur van de Rijkswaterstaat in de direktie
Noord-Holland.
9. Hoofdingenieur-Direkteur van de provinciale Waterstaat Noord-Hol1and
10. Inspekteur van de Ruimtelijke Ordening in de provincies Utrecht en
Noord-Hol1and
11. Inspekteur van de Volksgezondheid voor de hygiene van het milieu
voor Noord-Hol1and
12. Provinciale Planologische Dienst;
13. Direkteur van het Ondersteuningsinstituut Noord-Hol1and
14. Directoraat-Generaal Energie van het Ministerie van Economische
Zaken
15. Direkteur-Generaal van het Staatbedrijf der PTT
16. NV Nederlandse Gasunie;
17. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem e.o.;
18. Contact Mi 1 ieubescherining Noord-Hol 1 and
19. Direkteur Landbouw en voedselvoorziening;
20. F!ijkswaterstaat, Dienstkring Haarlem.
21. Provinciale Planologische Conmiissie.
Van de op deze lijst genoemde instanties is geen bericht ontvangen van
de instanties genoemd onder 5, 11 en 20.
De onder 1, 2, 4, 7, 8, 13, 14, 15, 16, 18 en 19 genoemde instanties
hebben medegedeeld dat het ontwerp-plan geen aanleiding geeft tot het
maken van opmerkingen.
De overige instanties hebben gereageerd zoals hierna verkort is weer-
gegeven.
3Rijksconsulent voor Handel Ambacht en Diensten
De Rijksconsulent spreekt zijn waardering uit dat een bevredigende
oplossing is gevonden voor het bedrijf en voor de problemen die het
in de buurt oplevert.
Hij bepleit naast een exacte vastlegging van de meelfabriek ook bedrijven
uit categorie 1 en 2 van de Staat van Inrichtingen toe te laten, zodat
geen te grote beperking wordt opgelegd.
Deze suggestie is opgevolgd.
- 64 -
to afd. 28 riovemher 1988
5. Overleo ex artikel 8 I3RO