6. Hoofdingenieur-Oirekteurtevens Inspekteur van de Volkshuisvesting
Deze instantie doet een aantal voorstellen van inhoudelijke en redac-
tionele aard inzake de voorschriften. Aan deze voorstellen is gevolg
gegeven
De opmerking dat artikel 13 lid 4 en artikel 15 lid 3 ten onrechte de
in dezelfde artikelen opgenomen toverformule beperkt, wordt niet ge-
deeld. De genoemde bepalingen bevatten een procedureregel voor de be-
sluitvorming om alle belangen te kunnen betrekken bij de afweging voor-
afgaande aan een beslissing. Inhoudelijk wordt geen beperking gesteld
of gesuggereerd
9. Hoofdingenieur-Direkteur van de Provinciale Materstaat
De opmerkingen van deze instantie aangaande de kwalificatie als A-in-
richting zijn dezelfde als die van de Direkteur van de Provinciale
Planologische Dienst. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.
De instantie merkt op dat uit akoestiesch oogpunt geen bezwaar be-
staat tegen deze uitbreiding.
Tevens wordt geconstateerd dat door het bouwplan restauratie van deze
molen, van welk type in de provincie nog één ander voorbeeld aanwezig
is, vrijwel definitief onmogelijk wordt, waarbij wordt vastgesteld
dat de molen niet op een rijks- of provinciale monumentenlijst voor-
komt, zodat restauratie ook niet binnen afzienbare tijd in het ver-
schiet ligt.
Van deze opmerking is nota genomen.
De definitie 'woonschip' is aangepast aan de circulaire van Gedeputeer-
de Staten.
10. Inspekteur van de Ruimtelijke Ordening
De Inspekteur kan zich verenigen met het ontwerp-plan, waarbij hij er
van uit gaat, dat de geluidhinder voor omwonenden zoveel als mogelijk
wordt beperkt. Een oordeel over de hinderbeperkende maatregelen laat
hij over aan de Inspekteur van de Volksgezondheid voor de hygiene van
het mi1ieu
De in het bestemminsplan genoemde maatregelen voldoen alle aan de eisen
die in voorgaande procedures zijn gesteld. Voorzover nodig zijn zij ge-
toetst aan de nieuwe situatie. Bij de verlening van de Hinderwetver-
gunning zullen zij nader geconcretiseerd worden.
12. Direkteur van de Provinciale Planologische Dienst
De direkteur kan zich verenigen met het handhaven van de fabriek op de
huidige lokatie binnen de op de kaart aangegeven contouren.
De direkteur vraagt daarnaast in het kader van dit bestemmingsplan aan-
dacht voor de groenverzorging naast de architektuurin verband met de
relatie agrarisch gebied/fabriek
4e atd.
23 riovember 1965
122