341
van de scholen gevraagd is, want er zijn toch twee partijen in dezen.
Mevrouw IJsselmuiden sluit zich bij die woorden aan.
Mevrouw Snoep lijkt het een goed voorstel om af te spreken op welke
termijn de medezeggenschapsraden gevraagd wordt wat ze er zelf van vin-
den.
Wethouder mevrouw Van der Pas begrijpt dat de P.H.-fraktie deze vraag
ook uit bezorgdheid heeft gesteld. Ter geruststel1ing is in het antwoord
van het college opgenomen dat in ieder geval de direkteuren van de basis-
scholen niet ontevreden zijn met het funktioneren van de medezeggenschaps
raden. Zij geeft onmiddellijk toe dat het zinvol zou zijn om ook aan de
medezeggenschapsraadsleden te vragen hoe zij vinden dat een medezeggen-
schapsraad funktioneert. Zij heeft dat ook wel gedaan in incidentele kon-
takten die zij heeft, maar haar werd te verstaan gegeven dat het zinvol-
ler zou zijn om die vraag op tafel te leggen als de nieuwe medezegqen-
schapsraden gekozen zouden zijn. Dat is inmiddeis gebeurd en zij icän mede
delen dat met alle drie de basisscholen al afspraken zijn gemaakt voor
een datum waarop overleg tussen de medezeggenschapsradpn en spreekster
aan de orde zal zijn, waarbij deze vraag aan de orde komt.
Vraag 28.
De heer Solleveld vindt dat het college in het algemeen in de beant-
woording van vragen erg duidelijk is. Maar als hij nu de laatste zin van
dit antwoord leest: "de nu opgedane ervaringen geven ons aanleiding om
te stellen dat in voorkomende gevallen in de toekomst niet eenzelfde pro-
cedure dient te worden gevolgd," dan heeft hij het idee dat het college
kennelijk met het probleem zit hoe het dan wel moet en dat het zich daar-
om iri neveien van woorden liult. Spreker verzoekt daarom het college zich
zo snel mogelijk erover te buigen om een goede procedure voor dit soort
projekten te vinden, want anders is het straks, als er een volgend pro-
jekt aan de beurt is, weer te laat en dan zit men weer in moei1ijkheden.
De fraktie van de heer De Bruijn staat uiteraard op het staridpunt dat
belangrijke beslissingen zoveel mogelijk exakt moeten worden onderbouwd
en dat getracht moet worden te voorkomen dat steeds weer nieuwe aanvul-
lende kredieten moeten worden gevraagd.
Wethouder mevrouw Noorman meent dat men uit de beantwoording van de
vraag kan lezen dat het college niet zo gelukkig is met het feit dat een
procedure op deze manier heeft moeten lopen. Vandaar dat. het voor hem ook
aanleiding is oiii te bezien hoe in voorkomende gevallen niet op eenzelfde
wijze een procedure verloopt. Het college zal dat zo snel mogelijk doen.
Inzake de opmerkingen van de heer De Bruijn zegt spreekster dat het haar
inderdaad gewenst lijkt om over zo'n vorm van procedure helder op een rij
te krijgen wat een betere is dan de tot nu toe gevolgde.
Vraaq 31.
Mevrouw De Haze Winkelman acht het verheugend dat de muziektent veel
belangstel1ing heeft getrokken en dat er ook belangstel1ing van de muziek
is voor deze muziektent. Het is een goed idee geweest van de V.V.D. om
29 novernber 1985