?9 november 1985
Vraag 58.
tle heer Van Amerongen vindt dat de laatste zin van het antwoord zoda-
nig geredigeerd is dat hem het gevoei bekruipt dat men hier toch nog niet
helemaal goed op de hoogte is van het begrip passieve zonne-energie, want
passieve zonrie-energie - het is trouwens ai lang uit heft experimentele
stadium - wordt in den lande in de sfeer van zelfs de gesubsidieerde wo-
ningbouw toegepast. De gerneente Schiedam is daar in Nederland zo'n beetje
als eerste mee begonnen, zeker als het ging om het in een gesubsidieerde
sektor te realiseren.
Natuurl i jk is êén van de zaken waar nien aan moet denken als men over pas-
sieve zuririe-energie praat, dat men moet streven naar een zo groot mogelij-
ke zuid-oriëntatie van de woningen en dat punt op zich zou pianologische
problemeri kunnen geven, maar spreker ziet dat nog niet zo snel. Bovendien
gaat het niet alleen om de zuid-oriëntatie maar er zitten ook nog een aan-
tal andere zaken aan vast. Om een voorbeeld te noemen zegt spreker dat men
kan proberen in de noordgevel minder ramen te maken dan in de zuidgevel;
het zijn de kleine dingen die toch grote effekten kunnen hebben. Zeker nu
inen het belang moet onderkennen van het beheersen van de woonlasten, huur
energie tezamen, derikt hij dat het een heel wezenlijke zaak is, niet al-
U-'fMi vanuit ideologisch standpunt, maar ook vanwege de centen, meer aan-
dacht t.e gaan besteden aari energiebesparingsmaatregelenzoals het toe-
passen van passieve zonne-energie.
Spreker vraagt, zeker als men kijkt naar het terrein ten noorden van de
Prinsenlaan-Kadijkwaarvan men toch weet dat daar niet binnen de kortste
keren kontingenten voor te krijgen zijn, te bezien of er juist op die
plek inogel i jkheden zijn oiii wat meer in de sfeer van de passieve zonne-
energie te kunnen gaari doen. In de eerstvolgende commissievergadering wil
spreker daar graag op terugkomen.
De heer Kroon zou een exposé kunnen geven van energiebesparende maat-
regeleri. Kortheidshalve sluit hij zich aan bij de woorden van de heer
Van Amerongen en de vraag die deze gesteld heeft zou ook spreker willen
stelien.
Wethonder mevrouw Bierman proeft enige opwinding en die begrijpt zij
niet helemaaIwant zij meent dat het antwoord, zoals dat in ieder geval
in de eerste zinnen verwoord is, duidelijk een positieve stellingname iri-
huudt. Zij wil er graag in de komende commissievergadering over praten.
liet is alleen de vraag of dan, met name ten aanzien van dit bouwplan,
iets konkreets gezegd kan worden. Zij denkt wel dat het om overspannen
verwachtingen te voorkomen verstandig is om ook de gedachte zoais in de
laatste zin staat mee te nemen. Ilet is ook riiet voor niets dat men bij-
voorbeeld in de Noron-bouwlokaties, zoals die nu gestalte krijgen en waar
men heel veel aandacht juist. aan dit onderwerp besteed heeft, daar extra
geld voor heeft gekregen. fcr is daarover veel tam-tam gemaakt, maar uit-
eindelijk wordt er niaar een heel klein plukje woningen in deze sfeer ge-
realiseerd, omdat de ligging inderdaad zuid-georiënteerd moet zijn, er
geen onderlinge afdekking moet. plaatsvinden,en zo komen er veel zaken
aan de orde die hun eigen beperkingen met zich meebrengeri. Maar de in-
stelling van hel college eri zeker ook van spreekster persoonl ijk ten op-
zichte van dit onderwerp is zonder meer positiet.
Üe heer Kroon denkt dat alle mogel ijkheden zo komplex zijn dat liet te
35?