29 november 1985
357
gratie van de nutssektor toch niet als wisselgeld wordt gebruikt.
Wethouder Baar heeft die niogel i jkheid nog niet eens overdacht.
Maar rnen weet nooit waar men op kan komen.
Vraag 73.
De heer De Bruijn zegt dat de bedoeling van deze vraag was om de woon-
lasten te vërlichten in de vorm van het vervallen van de kalorische toe-
slag. Het antwoord van het college was negatief. Gisteravond heeft spre-
kers fraktievoorzitter een ander voorstel gedaan tot het verlagen van de
gasprijs. Dat is door het college overgenomen in de vorm van het in minde-
ring brengen bij de afrekening van een vast bedrag. De kalorische toeslag
is berekend naar het verbruik, net als 1 cent per m3. Een vast bedrag is
niet afhankelijk van het verbruik, maar sprekers fraktie is toch gelukkig
met wat gisteravond besloten is.
De heer Van flmerongen sluit zich bij die woorden aan.
Vragen 75 en 76.
De heer Veen merkt op dat het laatste deel "van vraag 76 niet beant-
woord is. De vraag luidde of het college kan toezeggen dat in de toekomst
toegezegde akties in de memorie van antwoord ook de aandacht krijgen.
Want vorig jaar is ook over het lekwateronderzoek gesproken en heeft de
raad min of meer het antwoord gekregen dat binnen enkeie weken de rappor-
tage zou volgen. Nu wordt gezegd dat het rapport deze maand nog komt, er
rest dus nog êên dag. Spreker krijgt van dat geheel enigszins de indruk
dat dat nu wel wordt toegezegd, maar de vraag i.s of er ook naar wordt ge-
streefd.
De heer kroon en mevrouw Proost sluiten zich daarbij aan.
Wethouder Baar vindt het ook vervelend dat het zo lang heeft geduurd.
Hij denkt datlïët antwoord op dat punt toch wel iets naar boven lieeft ge-
haald. Hij hoeft, als hij spreekt over personeelsomstandigheden, daar
niet al te diep op in te gaan. Persoonlijke situaties kunnen natuurlijk
wel terdege hun rol spelen. Het college maakt dat rapport niet zelf, het
is tenslotte een aantai mensen dat het coliege daarbij moet bijstaan en
naarmate het aantal inensen groter is ligt de mogelijkheid om alles van
de ene dag op de andere dag gereed te hebben wel eens wat moeilijker.
Ook spreker vindt dat met toêzeggingen serieus moet worden omgegaan;
daar hoeft geen enkei verschil van mening over te bestaan.
Als het college zijn toezeggingen doet, dan moet het college zich dat
de dag daarna en de week daarna nog herinneren. Dus in die zin knmt spre-
ker de heer Veen wel tegemoet. Hij vraagt alleen begrip voor het feit dat
er zich situaties kunnen voordoen waarin de omstandigheden liet college
v/at slecht terwille zijn.
Vraag 77.
De heer De Bruijn merkt op dat het antwoord vari het college op de
vraag van sprekers fraktie om de elektriciteitstarieven wat te verlagen
negatief is. In het antwoord staat; het lijkt ons niet verstandig.
