29 november 1985
331
tot het openbaar vervoer. We hebben preltig bilateraal kontakt met de
NZII, daar kunnen we alle informatie van krijgen die we willen hebben,
dat werkt op zich genomen goed, maar als overheid hebben we eigenlijk
alleen ma.ar toegang tot de minister via Haarlem, omdat Haarlem de ge-
meente is die een bijzondere rol speelt ten aanzien van het stadsver-
voer waar Heemstede bij betrokken is. Ilet is nog onduidelijk hoe do
nieuwe wet gaat uitpakken in het overleg. Ilet is ook janmier dat llaar-
lem de openbaar vervoersproblemen niet. iets meer in gewestelijk verband
wil besprekeri. Haarlem geeft er de voorkeur aan om dat wat bilateraal
te doen. Ilet zij zo, maar Heemstede heeft zich ook al bij eerdere gele-
genheden, juist in het kader van de zonering is dat destijds ook ter
sprake gekomen, altijd op het standpunt gesteld, dat in een gewestelijk
gebied waar wij zijn, de openbare vervoersaangelegenheid van alle betrok
ken gemeenten van groot belang is en dat we naar eeri gezamenl i jk overleg
toe moeten. Dat is helaas tot nu toe in het gewest nog niet gelukt.
In dit verband kan spreker dus alleen maar zeggeri dat. hij het met de vi-
sie en het beleid van Haarlem eens is en dat hij dus ook geen direkte
noodzaak voelt om weer bij Haarlem aan de bel te gaan trekken.
Vraag 13.
De heer Lefebvre verbaast het dat er zo sporadisch klachten schijnen
binnen te komen over slechte of onvoldoende verl ichting, want. refererend
aan de wijkrondgang van de V.V.D. kwam er een grote oogst. binnen aan
klachten, speciaal over de verlichting. Die klachten zijn ook in de rap-
portage doorgegeven en spreker neemt aan dat daar ook prompt op gerea-
geerd zal worden. Toch vindt hij het vreemd dat die klachten zo weinig
doorkomen. Hij vraagt of ze misschien niet terug gemeld worden en vraagt
of die klachten bij het g.t.b. of bij liet raadhuis binnen komen.
Mevrouw IJsselmuiden merkt op dat de besparing op de verlichting des-
tijds uit mil ieuredenen werd genomen, namelijk de bezuiniging op energie
Het blijkt nu dat er een ander aspekt bij komtnamelijk dat de veilig-
heid van de mensen enigszins in het geding gaat komen. Bijvoorbeeld de
zuidkant van de Johan Wagenaarlaari is volledig duister. Zij denkt daarom
dat de veiligheid van de mensen vergt, dat opgespoord gaat worden waar
de besparing op verlichting tot oriveiligheid der burgers leidt.
Mevrouw Proost zegt dat als inen de wijk ingaat, meri nat.uurlijk erg
veel klachten hoort. Zij heeft wel eens het gevoel dat de gemiddelde
lleemstedenaar vrij verwend is en als het aan het eisen- of werisenpakket
zou gaan liggen, dan zou men de hele gemeente met kameibreed tapijt en
rnet schemerlampen moeten gaan volzetten. Maar zij lioopt wel dat als er
inderdaad reële klachtqn zijn, dat die dari niet in een la verdwijnen.
Zij zou graag weten wat er rnet de sporadische klachten die er komen ge-
beurt. Wordt daar direkt op gereageerd of ligt dat een tijd? Ook vraagt
zij of de Johan Wagenaarlaan inderdaad al heel lang te donker is en dat
mensen daar gevaar lopen.
Wethouder Baar antwoordt dat als er gesproken wordt van sporadische
klachten, dat dan een opgave is van het g.t.b., hetgeen het college in
het antwoord heeft doorgegeven.
Soms benaderen mensen ook rechtstreeks leden van het college of zijn het
raadsleden die dat aan het college doorspelen, maar erg vaak komt dat