Artikel 6 Wijzigingsbevoegdheid
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen 1n die
zin dat zij de gronden met de bestemming openbare en bijzondere doeieinden
en groenvoorzieningen, die op de kaart zijn voorzien van de overige aan-
wijzing wijzigingsbevoegdheid II, in plaats daarvan mogen bestemmen voor
woondoeleindenerf, tuin en groenvoorzieningen, zulks met dien verstande
dat:
a de bestemming woondoeleinden uitsluitend mag worden gelegd op de
gronden gelegen binnen een afstand van 24.00 m gemeten uit de as van
de Dr. Schaepmanlaan;
b. het aantal woonhuizen niet minder dan 2 en niet meer dan 4 mag
bedragen;
c. de bouwhoogte van de gebouwen op de gronden met de bestemming woon-
doeleinden niet meer dan 10.00 m mag bedragen;
d. de bouwhoogte van de gebouwen op de gronden met de bestemming erf
niet meer dan 6.00 m mag bedragen;
e de woonhuizen als ééngezinshuizen moeten worden gebouwd;
f. de woonhuizen in aantallen van ten hoogste twee aaneen mogen worden
gebouwd;
g. het bepaalde in artikel 7, Hd 1, lid 3 onder h, m, n, o. g en r en
het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 na de planwijziging van
overeenkomstige toepassing zijn.
2. Het besluit tot wijziging wordt niet vastgesteld en ter goedkeuring
aan Gedeputeerde Staten gezonden dan nadat belanghebbenden gedurende 30
dagen in de gelegenheid zijn gesteld tegen de planwijziging schriftelijk
bezwaren in te dienen en dan nadat de Commissie voor ruimtelijke orde-
ning en volkshuisvesting 1n de gelegenheid is gesteld zich uit te
spreken over de voorgenomen wljziging en de ingekomen bezwaarschriften.
Van de voorgenomen wijziging en de mogelijkheid voor belanghebbenden
bezwaren in te dienen, geven burgemeester en wethouders tevoren kenms
aan de eigenaren en gebruikers van betreffende en aangrenzende gronden
en gebouwen, in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente
worden verspreid en op de gebruikelijke wijze. Bij de inzending van het
besluit tot wijziging ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten worden
de ingekomen bezwaarschriften in afschrift mede overgelegd.
3. Voordat een door burgemeester en wethouders gewijzigd plan rechts-
kracht heeft verkregen mag op de 1n 11d 1 bedoelde gronden ten behoeve
van de gewijzigde bestemming uitsluitend worden gebouwd met inachtneming
van de volgende bepalingen;
a. de op te richten bebouwing dient naar zijn bestemming en voorge-
nomen gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen
het plangebied in overeenstemming te zijn met dan wel op verant-
woorde wijze te kunnen worden ingepast in een reeds vastgesteld
gewijzigd plan of een daarvoor gemaakt ontwerp;
b. het bouwplan ligt gedurende 30 dagen ter gemeentesekretarie voor
een ieder ter inzage;
c. belanghebbenden worden gedurende de onder b genoemde termijn 1n
de gelegenheid gesteld schriftel1jke bezwaren tegen het verlenen
van de bouwvergunning in te dienen;
d. ingekomen bezwaren worden schriftelijk ter kennis van Gedeputeerde
Staten gebracht;
e. geen bouwvergunning wordt verleend dan nadat Gedeputeerde Staten
een schriftelijke verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven.
4e afd.
19 december 1985
139