afd. 19 december 1985
HOOFDSTUK II UESTFKMINGFM EN GEBRUIK
139
Artikel 7 Wooridoeleinden (VI)
1. De gronden met do bestemming woondoeleinden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen;
b. praktijkruimten aangebouwd aan de woonhuizen;
c. bij een woonhuis behorende autoboxen en bergplaatsen;
d- ffff-1 be besteniming verband troudende bouv/v/erkengeen gebouwen zijnde;
e. tuinen bij de gebouwen waaronder begrepen verhardingen.
2. Ter plaatse waar op de kaart een nadere aanwijzing ontbreekt, of
waar de nadere aanwijzing (a), (t) of (vn) is ingetekend, inoeten de woon-
huizen als ééngezinshuizen worden gebouwd en ter plaatse waar op de kaart
de nadere aanwijzing (m) is ingetekerid, mogen zij gestapeld of als één-
gezinshui7en worden gebouwd.
3. De ingevolge lid 1 toelaatbare bouwv/erken mogen uitsluitend worden
gebouwd met inachtnoming van de op de kaart en de hierna gegeven aan-
wijzingen:
ava" de oppervlnkte van de in lid 1 bedoelde gronden inag per ééngezins-
huis i,en hoogste het op de kaart aangegeven percentage met gebouwen
worden bebouwd; voorzover op de kaart geen percentage is ingeschrcven
mogén de gronden over de geh'ele oppervlakte worden bebouwd, behoudens
het bepaaide onder g, h, i en j van dit lid;
b. ter plaatse waar o|» de kaart een nadere aanwijzing ontbreekt mogen
de woonhuizen zowel vrijstaand als aaneen worden gebouwd;
c. ter plaatse waar op de kaarl de nadere aanv/ijzing (m) is ingetekend,
moqeri de woonhuizer nitsluitend gestapeld worden gebouwd;
d. ter plaatse waai o| kaa» t de nadere aanwijzing (a) is ingetekend,
mogen rlo woonhuizen niisluitird aaneen worden gebouv/d;
e. ter plaatse waar 0| d>- laart de nadere aanwijzing (vn) is ingetekend,
mag binnen de behouv/ino' grens len hooyste één woonhuis met daarbij
hehorende autoboxen en hergplaat.sen worden gebouwd;
f. ter plaatse waar op de kaart een nadere aanwijzing ontbreekt, moet
de onderlinge afstand tussen vrije zijgevels van woonhuizen tenminste
00 m bedragen, indien de woonhuizen niet aaneen worden gebcuwd;
g* tee plaatse waar op do kaart de nadere aanwijzing (t) is itigetekend,
moet de onderlinge afstand tussen vrije zijgevels vari woonhuizen
tenminste 5.DD m bedragen;
h. ter plaatse waar op dr kaart een nadere aanwijzinq ontbreekt, moet de
afstand van de vi ije zijgevel van eon woonhuis tot de zijerfscheiding
teiiminste 1.00 m bedragen, tonzij de begrenzing van het bebouwingsvlak
op de kaart anriers aangeeft;
i. ter plaatse waar- op de kaart de nadere aanwijzing (t) is ingetekond,
moet de atstand van de vrije zijgevel van een woonhuis tot de zijerf-
scheiding tenniinste 2.50 m bpdragen, tenzij de beqrenzing van het
bebouwingsvlak op de kaart anders aangeeft;
j. ter plaatse waar op de kaart dc nadere aanwijzing (a), (m) of (vn)
is ingetekend, mogen de woonhuizen in de zijerfscheiding worden gebouwd
- 22 -