139
HOOFDSTUK 111 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 18 Voortzetting bestaand gebruik
Onbebouwde gronden en bouwwerken die bij het van kracht worden van het
plan in gebruik zijri voor andere doeleinden dan waarvoor zij blijkens
de bestemming ingevolge het plan mogen worden gebruikt, mogen voor die
doeleinden in gebruik blijven.
Artikel 19 Verandering bestaand gebruik van onbebouwde gronden en van
bouwwerken
1. Het is verboden het in artikel 18 bedoelde bestaande gebruik van
onbebouwde gronden en van bouwwerken te veranderen in een gebruik op een
wijze of tot een doel strijdig met de bij dit plan aan de grond gegeven
bestemining, tenzij in een gebruik dat de strijdigheid met de bestemming
niet vergroot.
2. Indien strikte toepassing van het verbod vervat in lid 1 leidt tot
niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperkingen van het meest
doelmatige gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrijstelling
van dat verbod.
3. Een vrijstel1ing als bedoeld in lid 2 wordt niet verleend, dan nadat
de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en
dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen gelegenheid is geboden om
tegen het voorgenomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te dienen.
Van het voorgenoinen andere gebruik en de mogelijkheid voor belanghebbenden
daartegen bezwaren in te dienen geven burgemeester en wethouders tevoren
kennis aan de eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en
bouwwerken, openbare kennis in één of meer dag- of nieuwsbladen die in
de gemeente worden verspreid en op de gebruikelijke wijze.
Artikel 20 Gedeeltelijke vernieuwing of verandering van bestaande
bouwwerken
Bestaande bouwwerken, die hetzij door hun bestaan als zodanig, hetzij
door hun afmetingen niet voldoen aan de bestemmingen van het plan of
aan êën of meer bepalingen dezer voorschriften, mogen gedeeltelijk
worden vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd met dien verstande dat:
a. vernieuwing of verandering van bouwwerken ten behoeve van een voorge-
nomen ander gebruik slechts is toegestaan indien ook dat andere
gebruik krachtens deze voorschriften is of zal worden toegestaan;
b. reeds bestaande afwijkingen van de bepalingen van dit plan, ook naar
hun aard, niet mogen worden vergroot.
Artikel 21 Herbouw na kalamiteit
1. Bouwwerken als bedoeld in artikel 20 mogen - onverminderd de bevoegd-
heid tot onteigening overeenkomstig de wet - in geval van verwoesting
ten gevolge van een kalamiteit geheel worden herbouwd met dien ver-
stande dat het bepaalde in artikel 20 onder b op overeenkomstige wijze
van toepassing is.
- 34 -
4e afd.
19 december 1985