139
20. Rijkshoofdinspekteur van het Verkeer, Hoofd van het distrikt
Noord-Hol1and van de Rijksverkeersinspektie;
21. Subcommissie voor de Gemeentelijke Plannen van de Provinciale
Planologische Conmissie.
Van de op deze lijst genoemde instanties is geen bericht ontvangen
van de instantie genoemd onder nr. 4, terwijl namens de Stichting
Natuur en Milieu is gereageerd door het Contact Milieubescherming
Noord-Hol1andDe instanties hebben gereageerd zoals hieronder is
weergegeven. Waar deze reakties een antwoord verlangen is bij de
betreffende passages daarop ingegaan.
1. Eerstaanwezend-ingenieur der Genie.
Bij brief d.d. 7 december 1979 heeft deze instantie als volgt
gereageerd:
"Naar aanleiding van de bij referte toegezonden bescheiden bericht ik
u dat bij het onderhavige plangebied geen defensiebelangen betrokken
zijn."
2. Rijksconsulent voor HandelAmbacht en Diensten in Noord-Holland.
Bij brief d.d. 13 februari 1980 heeft deze instantie als volgt
gereageerd:
"Voor de berekening van de toekomstige omvang van het distributie-
apparaat in het plangebied (pag. 15 van de toelichting) worden slechts
inventarisatiegegevens uit 1977 gehanteerd.
Dezerzijds wordt de gevolgde benadering als weinig realistisch aange-
merkt, aangezien een beoordeling omtrent het funktioneren van het
bestaande winkelapparaat niet in de beschouwing wordt betrokken. Een in
de nevencentra van Heemstede gekonstateerde verhouding 32/68, food/
non-food kan naar niijn mening niet zonder meer geprojekteerd worden op
het winkelapparaat in het plangebied, aangezien het konsumentendraag-
vlak overwegend vcorzieningen op buurtniveau (foodsektor) rechtvaardigt.
Een verdere uitbreiding van het winkelareaal in de sektor non-food
acht ik dan ook nauwelijks haalbaar.
Een dezerzijdse benadering van de mogelijkheden in de ^ood-sektor
geeft aan dat voor ca. 650 m2 bedrijfsvloeroppervlak een voldoende
konsumentendraagvlak aanwezig kan worden geacht. Hierbij heb ik mij
gebaseerd op een veronderstelde koopgerichtheid van ca. 60% yan de
bevolking uit de gebieden behorende tot de bestemmingsplannen Glip I
en II en Merlenhoven op het in het onderhavige plangebied gekoncen-
treerde detailhandelsapparaat, welk percentage kan worden gereali-
seerd, indien in het plangebied een supermarkt van beperkte omvang
wordt gesitueerd. Aangezien momenteel ca. 350 m2 b.v.o. in de food-
sektor aanwezig is en een nieuwbouwplan aan de Glipper Dreef van
ca. 300 m2 b.v.o. nagenoeg is voltooid, acht ik het, in samenhang
met het vorenstaande, niet wenselijk in het bestemmingsplan additio-
nele ruimtareservering voor detailhandelsdoeleinden op te nemen.
Ik adviseer u dan ook de mogelijkheid tot winkeluitbreiding, welke
in artikel 25 van de voorschriften wordt geboden, te laten verval-
len.
- 44 -
4e afd.
19 december 1985