139
6. Hoofdingenieur-Direkteur, tevens Inspekteur van de Volkshuisvesting
in de provincie Noord-Holland.
Bij brief d.d. 26 februari 1980 heeft deze instantie als volgt gereageerd
"In het onderhavige plan zijn twee nieuwe woongebieden geprojekteerd;
de desbetreffende bestemmingen zullen nader worden uitgewerkt. Het
woongebied UW II wijkt af van het ter plaatse vigerende Streekplan
Zuid-Kennemerland, waarin deze grond is aangewezen tot "beperkt agra-
risch gebied". Dientengevolge zie ik de realisering van de bestemming
tot woongebied nog niet als een vast gegeven."
In het bij besluit van 25 mei 1970 door Provinciale Staten van Noord-
Holland vastgestelde streekplan Zuid-Kennemerland was ter plaatse van
de voorgenomen UW II-bestemming de weg bezuiden Heemstede indikatief
aangegeven. Bij besluit van 4 april 1975, no. 143 heeft de minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening echter aan het provinciale
bestuur de aanwijzing gegeven het betreffende streekplan te herzien met
dien verstande dat onder andere de weg bezuiden Heemstede van het streek-
plan wordt afgevoerd teneinde de landschappelijke en natuurwetenschappe-
lijke betekenis van het landgoed 't Manpad te beschermen. Het provinciale
bestuur heeft het streekplan daarop zodanig gewijzigd dat waar wegen
zijn vervallen, hiervoor in de plaats is gesteld de aanduiding welke
in de herziening van 1970 op de tussen- en onderliggende gronden rustte.
Dit hield in dat de gronden, waarop momenteel de voorgenomen bestemming
UW II rust, krachtens het streekplan werden aangewezen tot beperkt agra-
risch gebied.
Op 9 mei 1980 is evenwel het streekplan Amsterdam-Noordzeekanaalgebied
van kracht geworden. Met ingang van deze datum is het streekplan Zuid-
Kennemerland ingetrokken.
Met betrekking tot de toetsing van het onderhavige bestemmingsplan aan
het vigerende streekplan Amsterdam-Noordzeekanaalgebied kan worden ver-
wezen naar het antwoord op de reaktie van de Inspekteur van de Ruimte-
lijke Ordening in de provincie Utrecht en Noord-Holland (op blz. 43 e.v.).
"Voorzover het bestemmingsplan voorziet in de bouw van woningwetwoningen
breng ik onder uw aandacht, dat nog geen overleg met mijn direktie
heeft plaatsgevonden over de hoogte van de grondkosten voor die woningen.
In de plantoelichting is voorts geen aandacht besteed aan de ekonomische
uitvoerbaarheid van het plan. In deze situatie kan ik de realiserings-
kansen voor de bedoelde woningwetbouw niet bevestigen."
De gegevens omtrent de ekonomische uitvoerbaarheid zullen alsnog in het
plan worden opgenomen (zie blz. 15).
"De op bladzijde 26 van de plantoelichting genoemde proefverkaveling en
de aldaar bedoelde berekeningen heb ik niet onder de stukken aangetroffen'
üe proefverkaveling beoogt een eerste verkenning over de kapaciteit
van het UW II-gebied. Vervolgens is aan de hand van een proefverkaveling
een globale exploitatieopzet opgesteld. De resultaten zijn in het be-
stemmingsplan opgenomen in de vorm van richtlijnen waaraan de uitwerking
te zijnder tijd zal moeten voldoen.
- 46 -
4e afd.
19 december 1985