1 139 De beide nieuwbouwbestenimingen, de bestemmingen UW I en UW II, zullen konform artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden uitge- werkt. Daartoe is in artikel 6 van het bestemmingsplan een bezwaar- schriftenprocedure neergelegd. Op 19 mei 1981 heeft een informatieavond ten^behoeve van de bewoners plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn in de toelichting opgenomen. 14. Landbouwschap, Gewestelijke Raad van Noord-Holland. Het ontwerp-bestemmingsplan "Glip I" dat u ons in het kader van het vooroverleg toezond, geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen: In de Toelichting wordt op bladzijde 2 verwezen naar de herziening 1970 van het streekplan voor Zuid-Kennemerland. Het lijkt ons juister om hier het meest recente bovengemeentelijke plan te weten het streekplan voor het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied te vermelden. Indien de richt- lijnen van dit streekplan in ogenschouw worden genomen dan betwijfelen wij of de uitbreiding van de woonbebouwing ten noorden begrensd door de Prinsenlaan-Kadijk en ten oosten door de Glipper Dreef hierin past. Het hier bedelde UW I-gebied valt zowel binnen de op de plankaart van het streekplan Zuid-Kennemerland aangegeven aanduiding woongebied met ruime bebouwing als binnen de op de plankaart van het streekplan Ams- terdam-Noordzeekanaalgebied aangegeven aanduiding woongebied. Bovendien is het betreffende woongebied, als zijnde een geringe uitbreiding en afronding van het bestaande woongebied, terwijl daarbij tevens is voldaan aan de in het streekplan Amsterdam-Noordzeekanaalgebied ge- noemde kriteria (zie antwoord op reaktie nr. 10), in overeenstemming met het streekplan, mede gezien de in het streekplan geboden interpre- tatievrijheid. Tenslotte hebben Gedeputeerde Staten van het in het bestemmingsplan Natuurgebieden als natuurgebied bestemde terrein ten zuiden van de Prinsenlaan goedkeuring onthouden aangezien zij van oordeel waren dat een wat betreft maat en schaal op de omgeving afgestemde bebouwing geen overwegende stedebouwkundige bezwaren zou ontmoeten. Over de voorschriften merken wij nog het volgende op: In verschi1lende artikelen wordt de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting genoemd. Het is niet duidelijk welke commissie wordt bedoeld. In artikel 1 dient ons inziens een begripsomschrijving van deze commissie te worden gegeven. Artikel 1 is overeenkomstig deze suggestie gewijzigd. Artikel 17 - Agrarische doeleinden (A) 10 b en c Uit de redaktie van dit artikel menen wij te kunnen konklu- deren dat het mogelijk is dat bij de beoordeling van een bouwaanvrage een periode kan worden meegerekend welke voor de vaststelling van het bestenmiingsplan ligt. Dit achten wij onjuist. - 59 - 4e afd. 19 december 1985

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1985 | | pagina 72