M afd. 19 december 1985 139 I7 ln recente uitspraken onder andere met betrekking tot be- stenimingsplannen van de voormalige gemeente Assendelft heeft de Kroon uitgesproken dat bij een in het bestemmingsplan vastgelegde goothoogte geen maximum-eisen mogen worden ge- steld ten aanzien van de inhoud van de woning. 25 b Zie opmerking onder lid 17. Wat betreft de eerste opmerking het volgende: De Kroon heeft aan een gelijkluidende bepaling goedkeuring onthouden in het K.B. Ter Aard d.d. 13 februari 1979 nr. 25. De Kroon overwoog te dien aanzien dat de regeling "niet op een periode van ten hoogste 10 jaren voorafgaande aan het verzoek om een bouwvergunning hetgeen uit een oogpunt van rechtszekerheid riiet kari worden aanvaard en tot ondoel- matige beperkingen leidt". Ilet betreffende artikel is dan ook gewijzigd met dien verstande dat het tijdstip van ter visielegging als uitgangspurit is gekozen teneinde te voorkomen dat bedrijfswoningen die zijn of worden gebouwd tussen het tijdstip van ter visiejegging en het van kracht worden van het plan, niet als agrarische bedrijfswoningen zullen meetellen. De tweede en derde opmerking hebben kennelijk betrekking op de volgende uitspraken: - K.D. 2 december 1978 Bouwrecht 79 blz. 137 - K.B: 9 december 1978 Bouwrecht 79 blz. 214 - K.B. 13 december 1978 Bouwrecht 79 blz. 214 In genoemde uitspraken werd het volgende door de Kroon gesteld: "dat wij in het algemeen een beperking van de afmetingen van de agrâ- risclie bedrijfswoningen riiet onaanvaardbaar achten; dat iri het onderwerpel i jke geval naar ons oordeelde betrokken belan- gen in aanmerking nemende, de beperking van de goothoogte van de agra- risclie bedrijfswoning tot 4.50 m aanvaardbaar is, mits aan de inhoud van deze woning in het plan geen beperking wordt gesteld;" llit bovengenoemde citaat kan worden afgeleid dat in het algemeen de Kroon een beperking van de afmetingen van de agrarische bedrijfswoningen aan- vaardbaar aclit. De beperking van de afmetingen kan betrekking hebben op zowel de hoogte, de breedte al.s de lengte van de bebouwing hetgeen te- samen de inhoud van do bebouwing vastlegt. In de uitspraak van de Kroon wordt in hel konkrete geval (in liet onderwerpel i jke geval en de be- trokken belangen in aanmerking nemende) een beperking van de goothoogte alleen âanvaardbaar geacht indien aan de inhoud geen beperkingen worden gesteld. Ilieruit kari worden afgeleid dat de Kroon het van de konkrete omstandigheden en belangen laat afhangen of zowel een beperking van de goothoogte als van de inhoud aanvaardbaar is. Bovengenoemde bestennningsplannen hadden betrekking op landelijke gebie- den waar geen of nauwelijk.s gekoncentreerde bebouwing voorkwam. In het onderhavige geval dient de agrarische bebouwing echter aan te sluiten bij het bestaande woongebied Glip I waardoor beperkingen moeten worden gesteld aan de hooqte van de betreffende agrnrische woonbebouwing - 60 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1985 | | pagina 73