139
Een aktief beleid van het college ten aanzien van stimulering van de
vestiging van nieuwe winkels is in dit kader van het bestenwningsplan
evenwel beperkt te noemen. Het college kan slechts ruimten ten behoeve
van winkelvestigingen reserveren en als zodanig bestemmen.
Voorts kan het college voor de sekundaire voorwaarden zoals beschikbaar
aantal parkeerplaatsen, bereikbaarheid e.d. een zo optimaal mogelijke
situatie scheppen.
Ten aanzien van de opmerking over de verhouding 32/68 food/nood-food
wordt verwezen naar het antwoord op de opmerking van de Rijksconsulent
voor HandelAmbacht en Diensten in Noord-Holland op blz. 33 en 34.
"Ten aanzien van de bij de voorschriften behorende "Staat van Inrichtin-
gen" merken wij nog het volgende op.
Als zodanig bestaan dezerzijds tegen de uitsluiting van bepaalde bedrij-
ven orn milieuhygiënische redenen in het kader van maatregelen op het
gebied van de ruimtelijke ordening bezwaren op grond van de overweging,
dat een aktiviteit in principe wordt geweerd, terwijl het bedrijf heel
goed minder hinder kan veroorzaken door het gebruiken van nieuwe, betere
technieken. Wij hebben echter gekonstateerd dat in het vierde lid van
artikel 10 van de onderhavige voorschriften een vrijstel1ingsbepaling
is opgenomen, waarmee het uw college mogelijk zal zijn in voorkomende
gevallen flexibel te reageren op redelijke wensen vanuit het bedrijfs-
leven. Met name acht de Kamer dit van belang, omdat naar haar oordeel
de in de Staat van Inrichtingen gehanteerde norm voor wat betreft het
aantal toegestane pk's in een aantal gevallen arbitrair is. Gaarne ver-
trouwt de Kamer dat het beleid van uw college in dat opzicht ook inder-
daad van de nodige soepelheid zal getuigen.
Voor het overige kan de Kamer met de opzet en doelstelling van het
ontwerp-plan instemmen en ziet zij de verdere ontwikkeling van het plan
met belangstellina tegemoet.
Van deze opmerkingen in nota genomen.
18. Stichting Natuur en Milieu.
Mamens deze instantie heeft het Contact Milieubescherming Noord-llol land
bij brief d.d. 14 januari 1980 als volgt gereageerd:
"Uit hoofde van een goede taakverdeling hebben wij de afspraak met de
Stichting Natuur en Milieu dat onze vereniging het vooroverleg voor haar
rekening neemt.
Vandaar dat dit plan ter afdoening naar ons is toegezonden.
Mede narnens de Stichting flatuur en Milieu delen wij u hierdoor het vol-
gende mode.
Gaarne zouden wij nadere gegevens in de toelichting opgenomen zien be-
treffende het verrichte bodemonderzoek (pagina 12) zodat hierin meer
duidelijkheid en inzicht wordt verkregen".
- 63 -
4e afd.
19 december 1985