afd.
30 januari 1986
recreatie-inrichting: een recreatie-inrichting in de zin van artikel 1
van de Wet geluidhinder, te weten een inrichting, bestemd of mede be-
stemd voor recreatiedoeleinden, ten aanzien waarvan de Hinderwet niet
van toepassing is;
Inrichtingenbesiuit: het Besluit recreatie-inrichtingen Wet geluidhin-
der (Stb. 1981, nr. 687);
horeca-inrichting; een recreatie-inrichting in de zin van de artikelen
1 en 11, onder a, van de Wet geluidhinderte weten een inrichting
waarin een bedrijf of werkzaamheidals bedoeld in artikel 3, eerste
lid, onder a of c, van de Drank- en horecawet wordt uitgeoefend;
houder van een horeca-inrichting: hij die als eigenaar, bedrijfsleider
beheerder of anderszins een horeca-inrichting inricht of drijft;
bestaande recreatie-/horeca-inrichting: recreatie-/horeca-inrichting
die op het tijdstip van in werking treden van deze verordening wordt
of is ingericht, dan wel wordt gedreven en daarna niet wordt gewijzigd
of uitgebreid."
Artikel II
Het derde lid van artikel 7 komt te vervallen. De leden 4 tot en met
8 worden vernummerd tot 3 tot en met 7.
Artikel III
Artikel 9, eerste lid, eerste volzin wordt gewijzigd en gelezen als
volgt: "1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning wijzigen
en burgerneester en wethouders kunnen de vergunning intrekken:".
Artikel IV
Het tweede lid van artikel 11 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"In het geval bedoeld onder lid 1, sub b, zijn op de vergunningaan-
vraag de artikelen 3 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing".
Artikel V
Artikel 13 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"f. Het is de houder van een horeca-inrichting verboden daarin of in
de aanhorigheid daarvan zonder schriftelijke vergunning van bur-