4e afd.
30 januari 1986
4
ARTIKEL 9
MME§n.9Lw2j?lgingen van de vergunning
Eerste lid
In de eerste volzin wordt de bevoegdheid genoemd om een vergunning in te trek-
ken of te wijzigen. Door de redaktie van het artikei wordt de indruk gewekt
dat toepassing van beide niet mogelijk is ten aanzien van een en dezelfde ver-
gunning, hetgeen een onjuiste voorstelling van zaken is. Om misverstanden te
voorkomen wordt de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen op een zodanige wijze
vermeld, dat duidelijk sprake is van los van elkaar staande toepassinqsmoqe-
lijkheden. 3
ARTIKEL 12
B?99l5_ï99r_l)9î_inrl9Î)Î9!}_9f_9rljy?n_van een aantal aangewezen rekreatie-
inrig!)îlnge9
Dit artikel heeft betrekking op een aantal kategorieën van het Inrichtingenbe-
sluit waarvan eventueel te veroorzaken geluidhinder naar verwachting op be-
trekkelijk eenvoudige wijze is te voorkomen. Een aparte geluidvergunning of
een meldingsprocedure of het vooraf overleggen van geluidsrapporten liikt voor-
alsnog niet noodzakelijk.
In dit artikel wordt dan ook bepaald dat het inrichten of drijven van de in-
richting zodanig moet plaatsvinden dat voor een omwonende of overigens voor
de omgeving geen geluidhinder wordt veroorzaakt.
Bij het beoordelen of er sprake is van geluidhinder kunnen in het algemeen
voor nieuwe rekreatie-inrichtingen de volgende normen gelden:
a. Het equivalente geluidsniveau (L-aeq) vanwege de rekreatie-inrichting mag
ter plaatse van woningen van derden en andere geluidsgevoelige bestemmin-
gen niet meer bedragen dan het heersende referentieniveau van het omgevings-
geluid op diezelfde plaats gedurende de openstel 1 irigstijd van de rekreatie-
înrichting.
Kontrole op de niveaus van het verspreide geluid, alsmede beoordeling van
de meetresultaten moet gebeuren overeenkomstig de Handleiding meten en re-
kenen industrieiawaaiIL-HR-13-01, uitgave 1981 (wanneer het muziekgeluid
betreft volgens methode B)Alvorens de gemeten of berekende equivalente
geluidsniveaus yan muziekgeluid aan het referentieniveau worden getoetst,
moet bij deze niveaus 10 dB(A) worden opgeteld. In afwijking van voornoem-
de handleiding mag in geval van muziekgeluid de bedrijfskorrektie niet wor-
den toegepast.
In geval van muziekgeluid mag in plaats van methode B worden volstaan met
één meting of berekening volgens methode A van voornoemde handleiding in-
dien aan de vereisten hierna onder 1 en 2 wordt voldaan.
1. - het geluidafkomstig uit de inrichting, moet op de aangegeven beoor-
delingsplaatsen als muziekgeluid herkenbaar zijn, of
- het geluidsniveau vari het muziekgeluid moet tenminste 5 dB(A) hoger
dan het achtergrondniveau (Lq[-) zijn.
2. de afstand tussen de inrichting en de beoordelingsplaats moet minder
zijn dan 50 meter.
b. Onverminderd het onder a gestelde mag het equivalente geluidsniveau (L-Aeq)
veroorzaakt door de rekreatie-inrichting in geluidsgevoelige ruimten van
geheel of gedeeltelijk in- of aanpandige woningen van derden niet meer be-
dragen dan:
-7-
