6. Aan een eventueel batig exploitatie-saldo van een werkverband wordt door het
algemeen bestuur een bestemming gegeven in het belang van het betreffende
werkverband.
Artikei 41
1. Wahneer het dagelijks bestuur zulks nodig oordeelt, verstrekken de deelnemende
gemeenten voorschotten op de in artikel 40 aangeduide kosten.
2. üe niet aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten kunnen voor
hun aandeel in bedoelde kosten bij voorschot worden belast.
Artikel 42
1. Aan de hand van de ontwerp-rekeningen van aiie werkverbanden zendt het dage-
lijks bestuur aan de instanties en deeînemende gemeenten voor rekening waar-
van de kdsten van piaatsing dienen te komen, een berekening van de verschul-
digde bijdragen.
2. Naast de onder lid 1 van dit artikel bedoelde bijdragen in de kosten van het
betreffende werkverband kunnen de daarin aangeduide instanties en gemeenten
worden belast voor een aandeel in de bestuurskostennaar de regelen be-
doeld in artikel 40, lid 3.
3. Uiterlijk 30 juni van het jaar volgende op het jaar waarop de ontwerp-reke-
ning betrekking heeft vindt, onder aftrek van de eventueel ontvangen voor-
schotten, verrekening piaats.
4. Indien de definitieve vaststelling van de rekeriing afwijkt van de voorlopige
danwel een in deze rekening niet verwerkt aanvullend rijkssubsidie voor een
van de daarin begrepen werkverbanden is verkregen, worden de bijdragen be-
zien.
OUUR VAN ÜE REGELING.
Artikei 43
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
E0EERE01NG EN UIETREDING.
Artikei 44
1. Toetreding door andere gemeenten vindt plaats iridien de raden en de colie-
ges van twee derde der deelnemende gemeenten daarin bewilligen.
2. Aan de toetreding kunnen door de deeinemende gemeenten bepaaide voorwaarden
worden verbonden.
3. De toetreding gaat in op 1 januari van het jaar, voigende op dat waarin de
voor de toetreding noodzakeiijke wijziging van de regeiing in werking is
getreden.
4. Een deelnemende gemeente kan uittreden indien de raden en colieges van twee
derde der deelnemende gemeenten daarmee instemmen.
5. De uittreding kan slechts plaatsvinden met ingang van de dag waarop de nieuwe
zittingsperiode van het aigemeen bestuur aanvangt, met dien verstande dat de
uittreding is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten vöör 1 januari van het des-
betreffende jaar.
6. ilet algemeen bestuur regelt, onder goedkeuring van gedeputeerde staten de
financiële gevolgen aismede de overige gevolgen van de toetreding en uittre-1
ding.
-15-
be afd.
JO januari 1906