24 apri11986
122
Aan een vrolijke raadsvergadering gaan vaak harde en intensieve gevech-
ten vooraf en het is vaak interessanter naar een commissie-vergadering
te gaan dan naar een raadsvergadering. Datzelfde zou ik als opmerking
tegen de gewaardeerde pers willen zeggen. Uit commissies is vaak meer
te halen dan uit de raad en daar wil ik de raad geen oneer mee aandoen.
Het politieke klasje van Heemstede heeft wat slijtage gehad en heeft
wat mensen naar hogere posities afgeleverd. In Doorn en in Culemborg
zijn leden van onze klub afgevaardigd en Velsen heeft ook gemeend één
van onze beste zonen te moeten omarmen. Het zij zo, maar het gaf toch
wel de nodige problemen die dan gelukkig weer zijn opgelost.
Ik droom wel eens. Ik heb altijd het gevoel dat je met dromen net zo-
veel te maken hebt met angsten van je zelf als met verwachtingen, maar
het aardige van een droom vind ik altijd dat toekomst, verleden en he-
den zo'n beetje door elkaar heen lopen en dat geeft altijd iets aan-
trekkelijks. Je kunt er ook nooit over aangesproken worden; als ik iets
zeg uit mijn droom dan moet u me daar geen vragen over stellen, want
dat is niet relevant, daar geef ik ook geen antwoord op. Maar ik had
laatst een droom waarin ik naar een gebouw ging, dat op het gemeente-
huis van Heemstede leek, maar er stond een andere naam op. Daar stond
op "Het gebouw van de drie fraktiën". Er waren drie vrouwenfiguren bo-
ven in de gevel verwerkt. Een vreemd gebouw; ik probeerde de sleutel,
maar die werkte niet, ik belde aan en toen kwam er een mevrouw die
mij vroeg: wat moet u? Ik zei dat ik eens wilde kijken. Zij vroeg toen
of ik een bewijs had dat ik gekozen was. Nee, ik heb geen credit cards.
Ja, wie bent u dan? Ik ben hier burgemeester. Ik zal even kijken of
één van de fraktieleiders er is. Ik kwam in de eerste kamer, dat was
een soort crêche; er liepen kinderen rond, het was een peutercrêche
van de raadsleden en zag er gezellig uit. Maar ik had er niet veel te
maken en ben toen weer doorgelopen. Ik kwam toen bij een andere kamer
en daar was het heel druk en gezellig. Ik zag de heer Klinkert met een
paar afzetbomen bezig. Ik zeg wat doe jij daar? (Wij tutoyeren elkaar,
want ik ken de heer Klinkert al heel lang). Wij zijn bezig de boel af
te zetten want er vinden zo dadelijk fraktie-onderhandelingen plaats en
die mensen mogen er wel bij zijn maar zij mogen niets zeggen en daarom
zetten we die balk daarvoor. Ik zei: Dat is interessant, ik heb er niets
mee te maken maar ik wil eens even rondkijken hoe het verder ingericht
is. Er stond een schoolbord in die kamer en daarop was een aardige me-
vrouw allerlei dingen aan het invullen. Ik vroeg aan die mevrouw: wat
doet u daar eigenlijk? Dat worden portefeui1les en die ben ik aan het
invullen. Er stonden ook een paar mandjes op de tafel met gekleurde
eieren erin. Vier mandjes waren gevuld en éën mandje was leeg.
Ik dacht: waarom zit er niets in het vijfde mandje. Er stonden ook
vier kolommen op dat bord. Ik nam aan dat straks iemand dat reserve-
mandje krijgt. Dat was ook zo. Ik vroeg: Weet die persoon dat? Het was
even stil en toen begon ze te glimlachen en ze zei: dat is een verras-
sing. Het gaat ook niet alleen om die mandjes, maar er ligt ook nog
een grote stapel stukken die daar bij horen. Ik vroeg: Wat zijn dat voor
stukken? Dat zijn de intenties. Wat zijn dat, intenties? Kijk dat maar
na in Van Dale, daar zie je dat wel.
Er werd wat gemopperd in de gang, er waren wat fraktie-assistenten die
ongeduldig begonnen te worden, dus ik ging weg en liep naar boven en
daar hoorde ik klappen. Ik dacht eerst dat dat iets met R.C.H. te maken
had of zo, maar het kwam uit de richting van de kamer van mevrouw Noor-
man en ik ging kijken wat daar nu weer aan de hand was. Ik ging die kamer