24 april 1986
126
De heer Kroon. Ja ik heb u zojuist al in allerlei rare situaties ge-
schetst. Dat moet u mij maar vergeven. U bent ook een merkwaardig mens.
lieel rustig, maar toch op een eigen manier zich dan weer manifesteerd.
U bent de laatste jaren met name, duidelijk op een speciale manier naar
voren gekomen. U dacht waarschijnlijk, nu moet ik de kans grijpen om
toch nog eens echt aven naar voren te komen. Dat hebt u gedaan.
Erg positief, nooit iets vervelends, met hakketakken trad u nooit zo
op de voorgrond. U bent ook één van de mensen die in uw fraktie veel
en belangrijk werk heeft gedaan. Heel hartelijk dank voor uw inbreng.
U behandelde veel technische zaken, ik heb de hygiëne net al genoemd,
de SOX-lampen herinner ik mij ook nog van u uit een heel lang Verhaal
over de bezuiniging.
Ik heb er toen niets van begrepen, maar ik had sterk de indruk dat u
er veel van wist. En zo gaat dat helaas met die technische onderwerpen.
Er zitten altijd mensen, ook op de publieke tribune, die het wel be-
grijpen en de portefeui1lehouder begrijpt het soms. Maar zo is ons lot
nu eenmaal. Hartelijk dank voor uw inbreng en voor de ongeveer zeven
jaar dat u dit mooie werk hebt willen doen.
Ad van Amerongen. Ik mag Ad zeggen. Anderhalf jaar geleden heb je af-
scheid genomen als lid van het college. Ik denk dat die laatste ander-
half jaar voor jou niet de gemakkelijkste jaren zijn geweest van een
zeer veelzijdige carriêre in de politiek. Ik heb toen al gezegd dat ik
in jouw vertrek de laatste van de vertrouwenscommissie zie waarmee ik
mocht praten als sollicitant naar het burgemeesterschap van Heemstede
ten huize van Hans Arnoldy. De tijd gaat snel. Je was toen nog betrek-
kelijk jong in de politiek. Nu heb je er al weer tien jaar op zitten.
Tien jaar, waarin je zowel gewoon raadslid, fraktievoorzitter van je
politieke groepering en ook nog eens wethouder geweest bent.
Later was je weer als raadslid beschikbaar, dat geeft toch een heel
veelzijdig beeld van de Heemsteedse politiek. Het is dan niet zo ge-
makkelijk, hoewel het in het verlengde ligt van de keuze die je des-
tijds hebt gemaakt, om dan toch weer afscheid te nemen. Vooral omdat
je die ambivalentie naar de politiek in de toekomst wel zult houden.
Het is altijd jammer dat mensen die zoveel in de politiek hebben in-
gebracht, met de ervaring die ze opgebouwd hebben, daarvöor verloren
gaan. Eigenlijk zou men een soort eregalerij van mensen moeten heb-
ben waar men altijd nog een beroep op zou kunnen doen. Een soort van
plaatselijke minister van staat of iets van dien aard; Willemse,
Ad van Amerongen.
Die toevallige geboorte is dan tot daaraan toe, maar je komt als enige
van het rijtje uit Heemstede, en ook als wethouder is iedere keer ge-
bleken hoe belangrijk het is, dat je mensen hebt die echt bij de plaats
horen. En dat is natuurlijk een zwak puntje. Van alle kwaliteiten die
wé hebben en die we onszelf toedichten, is het toch een wat onevenwich-
tige zaak dat de mensen die autochtoon zijn wel eens wat licht verte-
genwoordigd zijn in de politiek. Dat had jij in sterke mate; dat bracht
ook eigen standpunter. mee.
Ik herinner mij dat we het altijd oneens waren over de kermis. Ik wilde
die kermis dan wippen, maar dan zei jij altijd: geen kwestie van, die
kermis hoort hier.
Dat soort dingen zijn in een samenleving zeer belangrijk. Je was ook
met veel animo betrokken bij je gezin. Het is typerend dat je kinderen
ook - wie weet wat voor toekomstige wethouders daarin nog zitten - op
de publieke tribune zitten. Ad draaide altijd erg gezelîig mee.