24 april 1986
128
zat in een heel groot aantal commissies, zoals de kulturele zaken, geor-
ganiseerd overleg, middenstandszaken en strafverordeningen; teveel om
op te noemen. We weten dat het voor u nogal wat is om dit werk na zoveel
jaren te verlaten. We weten ook zeker dat we u in de toekomst toch nog
wet veel zullen zien, want daar bent u teveel voor vergroeid met de ge-
meenschap. Wij zijn biij dat we in u wat dat betreft die ervaring weten
en ik heb voor u buiten de prent van de Blekersvaart nog een ander ca-
deau. De politiek is iets breekbaars, u heeft dat zelf ook ervaren, het
is niet altijd even gemakkelijk om daar met persoonlijke emoties en za-
ken in te zijn. Maar dat breekbare heeft ook wel weer iets heel moois.
Ik herinner mij nog dat één van de eerste keren dat ik u ontmoette bij
Empelen en Van Dijk was en ik dacht: eindelijk eens iemand die ik wat be-
ter ken. Ik vroeg haar wat zij daar deed. Zij antwoordde dat zij op zoek
was naar een glas. U krijgt hier iets van glas van ons, waar het wapen
van Heemstede op is aangebracht. Ik hoop dat u er heel veel plezier van
zult hebben."
Mevrouw Lindeboom: "Ik zal het raadswerk inderdaad missen, want bij
mijn weten is er hier in de raad maar één persoon die al eens in een an-
dere raad gezeten heeft. Daar heb 1k eigenlijk nooit over gepraat dus
mijn verhaal is niet zo erg objektief. Maar als je op een gegeven moment,
min of meer geprest door de politieke groepering waar je lid van bent, op
het idee gaat komen dat je misschien wel eens in zo'n raad zou kunnen gaan
zitte.i, dan komt toch de politiek, waarvan je altijd denkt dat het iets is
dat niets met jou te maken heeft, heel dicht bij. Maar één van de dingen
die opvallen is, dat mensen die daar niet in zitten, van wat voor politie-
ke afkomst ze ook zijn, daar het idee van hebben dat daar vreselijk gekib-
beld wordt en dat ze daarna een borrel met elkaar drinken.
Ik zelf dacht voornamelijk dat je dan ook echt strenge standpunten moest
hebben. Dan moet je natuurlijk wel even goed nadenken of er niet een prin-
cipe in je denkwijze te ontdekken valt. Dus ik zat daar zelf met wat lood
1n de schoenen tegenaan te kijken en toen pas begreep ik - en daar dank ik
jullie allemaal voor - de funktie van die borrel achteraf. Ik bedoel daar
niet specifiek de borrel in de raadskamer mee, 1k bedoel daarmee de vriend-
schappelijkheid die ik in die vier jaar ondervonden heb. Het was wel even
zuur om niet bij mijn naam genoemd te worden door de voorzitter. Ik heb qe-
probeerd daar iets aan te doen.
Ik heb een jurk gekocht, die konsekwent aangetrokken, 1n de hoop dat hij
dan wist wie ik was. Maar toen het een grapje werd vond ik het jaminer dat
het niet meer gemaakt werd.
Ik heb niet veel meer te zeggen, ik ben heel blij met uw woorden; ik ga heel
overtuigd weg. De redenen daarvoor liggen niet hier. De spijt die ik vöel
over dat weggaan komen omdat toch altijd, ondanks alle gedoe, er mensen zit-
ten in deze raad waarmee te praten valt.
Als ik eens met bekneld hart in de raadsvergadering gezeten heb en gedacht
wat loopt er nu weer mis, dan was er éën waar ik maar snel naar'keek en dat
was de voorzitter. Die wist er toch wel weer een zwengel aan te geven waar-
do°r mijn beklemdheid verlicht werd en ik dacht: we komen er wel Dank u
wel
De heer Van Amerongen: "Ik mag Oscar zeggen. En daar wil ik ook mee be-
ginnen. Want die kleine 10 jaar lokale politiek, commissie-vergaderingen,
fraktievergaderingenledevergaderingen, raadsvergaderingen, zijn vaak in-
teressant, soms ook plezierig, maar soms ook wel eens saai. Dat moeten we