afd. 29 mei 1986 69
waärden cian wel noodzakelijk is uit een oogpunt van een
doelmatig gebruik der gronden, dat niet in strijd is rnet
de bepalingen van het plan;
c. van zodanig ondergeschikt belang en van zo geringe
omvang zijndat van de in lid 4 en 5 genoemde waarden
geen afbreuk wordt gedaan;
dls voorzien in een beheersplan als bedoeld in artikel 14
van de Natuurbeschermingswet
e. dient ter instandhouding of voltooiing van werken die
ten tijde van het van kracht worden van het plan reeds
bestaan of in uitvoering zijn genomen.
12. Een vrijstelling als bedoeld in artikel 17 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening kan ten aanzien van de in lid 4 en 5
bedoelde gronden niet worden verleend.
- 29 -