191
Voorzitter: de heer drs. S. Baar, loco-burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: de heren M. Divendal, A.J.M. van t Hof,
mr H.C.J.L. Borghouts, H.R. Huisman, E.A. Boonstra en J.F. de Bruijn, me-
vrouw H.A.Th.G. IJsselmuidende heer ing. M.J.M. van der Hulst, mevrouw
M.A.C. Karssen, de heren A.C.F. Berkelmans, drs. E. Veen en drs. E. van der
Zwaag, mevrouw B.L. de Haze Winkelman-Hoes, de heer ir. P.G.J. Solleveld,
mevrouw drs. J.R. Beets-Hehewerth en de wethouders, mevrouw mr. M.E. Bier-
man-Beukema toe Water, mevrouw S.E.A. Noorman-den Uyl en mevrouw S. van der
Pas-Bouman.
Secretarls: de heer drs. W.H. van den Hoek.
Afwezig met kennisgeving: de heer Jhr.mr. O.R. van den Bosch, burge-
meester en de heer H.J.G. Bleekemolen.
Er is éên vakature.
De voorzitter opent de vergadering en leest het ambtsgebed voor.
De voorzitter: "Wij zljn allen ten zeerste geschrokken toen we hoorden
dat het niet goed ging met de gezondheid van onze collega en vriend Frans
van Item. Verbijsterd waren we toen we hoorden dat het zo kort nog zou du-
ren
Vandaag staan wij voor een voldongen feit. Hoe moeilijk het is dit te aan-
vaarden, er blijft ons slechts over hem in eerbied te herdenken.
Onze gedachten gaan op dit moment allereerst uit naar zijn vrouw en kinde-
ren die de laatste tijd samen met hem de strijd hebben gestreden. Onze die-
pe gevoelens van medeleven gaan naar hen uit. Wij wensen hen veel kracht en
sterkte toe in het dragen van het grote verlies dat zij hebben geleden.
Met respekt zien wij nog voor ons hoe hij op 29 april jl. als raadslid werd
beëdigd. Op 21 mei jl. trad hij nog op als voorzitter van een stembureau.
Frans van Item was raadslid sinds 26 april 1979. Hij fungeerde als lid van
de raadscommissies voor verkeer, het gemeentelijk technisch bedrijf, sport
en rekreatie, ekonomische zaken en personeelsbeleid. Ook was hij lid van
de commissie voor de beroepschriften en van de commissie voor het georgani-
seerd overleg. Toen deze raad op 29 april jl. aantrad, werd hij benoemd tot
lid van de raadscommissie voor verkeer en civieltechnische werken en die
voor sportzaken.
Frans had niet de behoefte op de voorgrond te treden. Zijn verdienste be-
stond uit het werken vanuit een zekere bescheidenheid, daarbij op het goede
ogenblik zijn inbreng leverende, een inbreng die er altijd blijk van gaf
dat hij wist wat er onder de burgers leefde. Het laatste had overigens weer
alles te maken met het feit dat hij zelf door en door Heemstedenaar was.
Bijzondere vermelding verdient zijn grote liefde tot de sport en de aktivi-
teit die hij in de sportwereld aan de dag legde. Zo was hij bij zijn over-
lijden vice-voorzitter van de voetbalvereniging R.C.H. In die hoedanigheid
genoot hij nog met volle teugen van de recente jubileumviering. Een logisch
gevolg van zijn betrokkenheid bij de sport was zijn lidmaatschap van de Raad
van Beheer van Sport en Recreatie B.V., welke funktie hij sinds de opening
van het Sportcomplex Groenendaal vervulde.
