26 juni 1986
215
toe dat het zich toch in de eerste plaats zal laten informeren over de pre-
ciese stand van zaken. Oat lijkt op zijn minst gewenst, dat het college daar
vervolgens een blik op zal werpen en zich zal afvragen wat verder te doen
staat. Op dit moment wil spreker nog geen enkele toezegging voor aktie doen.
Hij denkt dat het verstandig is dat het college dat eerst eens, nadat de
nodige informatie ter tafel ligt, onder ogen ziet.
Wethouder mevrouw Noorman merkt op dat er een vraag is gesteld over de
werkgelegenheid. De P.H.-fraktie heeft in de raadsvergadering van eind april
een nota aan het college aangeboden met daarin voorstellen om te komen tot
een aanpak van het werklozenprobleem, ook in Heemstede. Er is toen gevraagd
of de notitie vöör juli in de commissie besproken kon worden. Op dit moment
wordt er aan die notitie gewerkt. Er zitten toch wat open uiteinden in die
nagetrokken worden. Het college verwacht dat binnen afzienbare periode het
geheel zover is, dat het college in eerste instantie daarop kan reageren.
De heer Borghouts vraagt of er een precisering van de afzienbare pe-
riode plaats ¥in vinden, want hij kijkt over het dekkingsplan vijf jaar
vooruit.
Wethouder mevrouw Noorman denkt aan de maand september. Er spelen lande-
lijk een aantal zaken die grote parallellen hebben met het voorstel dat door
de P.H.-fraktie gedaan is en het ziet ernaar uit dat daarover ook binnen
landelijk politieke partijen enige eenstemmigheid is en het college kijkt
of de voorstellen die daar ontwikkeld worden, betrokken kunnen worden bij
het geheel dat nu op tafel ligt en dat vraagt gewoon even tijd. Men heeft
er niets aan als met een eerste reaktie wordt gekomen die men over twee
maanden toch over moet doen.
De heer Solleveld bekruipt het gevoel dat het C.D.A. zo omstreeks mei-
juni ieder jaar een zwart schaap zoekt. Vorig jaar heeft de heer Van der
Hulst dat gevonden in de vorm van P.H., dit jaar is de V.V.D. aan de beurt,
maar en passant krijgt P.H. toch weer een veeg uit de pan die ze vorig jaar
ook heeft gehad. En wat betreft dat nu, wat is het simpele feit Dat de
V.V.D.-fraktie een bepaald hulpmiddel, dat is het toekennen van punten, op
soortgelijke wijze als de P.H.-fraktie misbruikt heeft. Spreker vindt het
woord misbruiken nogal wat impliceren. Het is enerzijds een zeer zwaar woord-
gebruik, iets wat spreker persoonlijk niet snel zou doen in zo'n situatie,
anderzijds gelooft hij ook dat de heer Van der Hulst er volledig naast zit.
De V.V.D. is voor duidelijkheid; zij wil dan ook duidelijk aangeven welke
projekten zij goed vindt, welke projekten zij graag bovenaan een lijst wil
zien van projekten die worden uitgevoerd en welke zij graag onderaan ziet.
Om die duidelijkheid te bereiken is er het puntensysteem en dat puntensysteem
heeft zijn fraktie ook toegepast.
Dat impliceert dat sommige projekten wellicht met een tien uit de bus komen
en andere projekten misschien met een nul. Alleen wil spreker de heer Van der
Hulst toch op een aantal feitelijke onwaarheden wijzen, zo moet spreker hern
wijzen op het feit dat hij zegt - hij hult zich wel een beetje in het vage -
dat de V.V.D. het systeem misbruikt door drie tot vijf tienen toe te kennen.
Daarmee bedoelt de heer Van der Hulst dat de V.V.D.-fraktie drie tot vijf
projekten van een tien voorzien zou hebben. Dat is bij drie projekten het
geval en niet meer dan dat. Bij éên van de vijf die de heer Van der Hulst
suggereert, heeft zelfs één van sprekers fraktieleden een zes gegeven. Dat