28 augustus 1986
241
Zij kan zich voorstellen dat in dat geval de gemeente meewerkt
aan het gegeven dat die mensen misschien mede-huurders of onder-
huurders kunnen worden van die woning, zodat in wezen exakt de-
zelfde situatie ontstaat dan wanneer zij die woning zouden kopen
en er met de huidige bewoner gaan wonen. Dus wat dat betreft is
zij niet van plan, omdat deze situatie toch al enige tijd speelt,
de mensen die daar misschien verwachtingen over hebben, daar de
dupe van te laten worden.
Verder merkt spreker op dat de wethouder op sprekers laatste
opmerking over het nut van de verkoop, komt met het verhaal van
het geld dat deze woning zou kosten. Het is misschien wat na'ief
van spreker om te denken dat de gegevens in de begroting 1986
kloppen, maar zoals hij het kan zien zijn de jaarlijkse onder-
houdslasten voor die woning in ieder geval lager dan de huur-
opbrengst van die woning. Nu weet hij ook wel dat er sprake is
van groot onderhoud. Maar dan nog denkt hij, als hij ziet waar
het groot onderhoud uit bestaat, dat in de afgelopen jaren aan
het normale onderhoud toch wat minder aandacht is besteed, dus
waarschijnlijk zal daar dan ook wel wat minder aan zijn uitge-
geven de afgelopen jaren. In ieder geval is het zo dat volgens
de gegevens die spreker heeft de woning jaarlijks in feite niet
iets kost, eerder nog een klein beetje oplevert.
Als de wethouder andere cijfers heeft dan hoort spreker die graag
De heer Solleyeld zegt, inhakend op de woorden van de wethouder
inzake de verdeling en de grens van de tuin, dat dit betekent
dat het hele stuk grond waar even verwarring over was, niet bij
het te verkopen huis hoort. Nu opperde de wethouder zelf dat het
stuk grond dat dan overblijft, en wat, zo heeft spreker eerder
begrepen, direkt grenst aan de school en zelfs aan de raamkant
van de schoolwellicht verhuurd kan worden.
Sprekers fraktie dringt erop aan dat in eerste instantie niet
te doen, tenzij na overleg met het schoolbestuur en de gebruikers
van de schoolmet name de mensen die daar de scepter zwaaien,
omdat dat enerzijds wellicht tot hinder zou kunnen leiden, want
als men het nu verhuurt kan men het niet zomaar ineens weer terug
nemen als dat huis bijvoorbeeld verkocht zou worden, en anderzijd
is het mogelijk dat er een andere aanwending door de school
met dat stuk grond zou kunnen worden gedaan. Met andere woorden:
sprekers fraktie wil de uiterste terughoudendheid betrachten met
de verhuur van dat stuk grond.
Wethouder Baar antwoordt dat er sprake is van een woning waar
grond onder zit, en waarnaast zich ook nog enige grond bevindt.
Vervolgens ligt er een stukje grond langszij de school die op
dit moment gewoon spontaan in gebruik is bij de bewoners van
de te ver.kopen woning. In laatstbedoelde situatie kan men zeggen
dat zoiets best mag, want de gemeente hoeft het onderhoud dan
ook niet voor eigen rekening te plegen. Om dat laatste stukje
grond gaat het in feite, en daarvan zegt de gemeente nu dat dit
niet verkocht moet worden, maar dat er geen enkel bezwaar tegen
is om het gebruik daarvan door de bewoners van dat pand te laten
plaatsvinden, waarbij men natuurlijk wel moet zorgdragen voor een
zodanige konstruktie dat de gemeente altijd de vrije beschikking
over de grond blijft houden.