118
Artikel 8.
1. Burgemeester en wethouders kunnen desgevraagd een voorschot op de
subsidie verlenen tot een maximum van 50%.
2. Het bedrag van de subsidie of, indien een voorschot is verleend,
het resterende deel hiervan, wordt betaalbaar gesteld nadat de aan-
vrager ten behoeve van burgemeester en wethouders aan de hand van
declaraties of anderszins heeft aangetoond dat de in het tweede
lid van artikel 6 bedoelde begrote kosten daadwerkelijk zijn gemaakt
t.b.v.het doel waarvoor subsidie is toegekend of de in het derde lid
van dit artikel bedoelde uitgaven en inkomsten daadwerkelijk zijn
uitgegeven c.q. ontvangen.
Artikel 9.
1. Indien subsidie verkregen is op grond van deze verordening als tege-
moetkoming in de apparaatskosten, is de aanvrager verplicht indien
daarom verzocht wordt door of namens burgemeester en wethouders:
- inzage te geven in zijn boekhouding en administratie;
- alle inlichtingen te verstrekken welke worden gevraagd in het be-
lang van de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid
van de besteding van de subsidie.
2. Oe in lid 1 bedoelde aanvrager draagt er zorg voor dat de financië-
le administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze
inzicht kan worden verkregen in de boekhouding.
Artikel 10.
Burgemeester en wethouders kunnen een verleende subsidie geheel of ge-
deeltelijk terugvorderen dan wel op een lager bedrag vaststellen, als-
mede de aanvrager van verdere subsidietoekenning uitsluiten indien:
a. de aan de toekenning van de subsidie verbonden voorschriften niet
worden of zijn nageleefd dan wel kennelijk wordt of is gehandeld in
strijd met de bedoeling daarvan;
b. onjuiste gegevens worden of zijn verstrekt of juiste gegevens worden
of zijn achtergehouden;
cuit de inqediende declaraties of andere overgelegde bescheiden of
verstrekte inlichtingen is gebleken dat de in het tweede lid van ar-
tikel 6 begrote kosten lager zijn uitgevallen dan oorspronkelijk ge-
raamd was, dan wel op zodanige wijze afgeweken is van de in het der-
de lid van dit artikel genoemde begroting van uitgaven en inkomsten
dat dit van invloed is op de hoogte van de toegekende subsidie.
Artikel 11.
1. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bepalingen van de-
ze verordening indien strikte toepassing van deze verordening naar
hun mening zou leiden tot een onredelijke beslissing.
2. Aan het eind van elk begrotingsjaar geven burgemeester en wethouders
inzicht aan de commissie ruimtelijke ordening en volkshuisvesting in-
zake de gevallen dat van de in het eerste lid opgenomen bevoegdheid
gebruik is gemaakt.
Artikel 12
Indien burgemeester en wethouders het door de gemeenteraad op grond van
artikel 2 vastgestelde bedrag aan het eind van een begrotingsjaar niet
geheel hebben besteed, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het
door de gemeenteraad op grond van eerdergenoemd artikel vast te stellen
bedrag voor het daaropvolgende begrotingsjaar- 5 -
4e afd.
25 september 1986