255
25 september 1986
apparaat lijkt spreekster een model dat beslist elementen in zich heeft
die waardevol kunnen zijn voor een goed funktioneren van de organisatie.
Ilaar fraktie is het eens met wat het college in de toetichting op het
raadsvoorstel schrijft, dat de voorgestelde organisatie-opzet op zich
al pluspunten in zich heeft boven de bestaande struktuur. De lijnen lo-
pen duidelijker, de inzichtelijkheid wordt vergroot en de doelmatigheid
wint erbij.
Dat haar fraktie toch moeite heeft met dit voorstel ligt dus niet aan de
voorgestelde organisatiestruktuur, maar wel aan het feit dat de afvaar-
diging van de werknemers in het georganiseerd overleg dringend afraadt
de voorgestelde hoofdlijnenstruktuur vast te stellen. Ze zijn er nog
niet van overtuigd dat de organisatie in de nieuwe struktuur beter zal
kunnen funktioneren dan in de organisatie zoals die er nu is met de
nodige aanpassingen.
Voor spreeksters fraktie is dit een kruciaal gegeven. Als men praat over
de struktuur van de organisatie dan praat men niet over iets abstrakts,
men praat niet alleen over een modelmaar men praat juist ook over de
werksituatie van de mensen die daarin werken en voor hen is die situa-
tie op hun werk van essentieel belang. Velen van hen zien de nieuwe aan-
pak niet zitten en staan er afwijzend tegenover. Het coilege schrijft
in het raadsvoorstel dat het dit wel spijtig vindt maar dat het college
desalniettemin vindt voor te moeten stelien nu tot reorganisatie over
te gaan. Haar fraktie is hier niet gelukkig mee en wel om twee redenen.
Zij is van mening dat de nieuwe aanpak alleen dan een positief effekt
zal hebben als het merendeel van het personeel de bereidheid toont zich
ervoor in te zetten en zij betwijfelt of dat het geval is zoals de zaken
er nu voorstaan. Maar aan de andere kant voelt haar fraktie zich bepaald
gebonden aan wat in de doelstellingennota, die door de raad aanvaard is,
is opgenomen en wel doelsteliing 1.41, het voeren van een modern perso-
neelsbeleid dat gericht is op motivatie en stimulering van de ambtenaar
bij de uitoefening van zijn taak, en bij 2 subdoelstel1ingen: het voort-
durend aandacht schenken aan een zo gunstig mogelijk arbeidsklimaaten
het bevorderen van demokratische verhoudingen binnen het gemeentelijk
ambtelijk apparaat. Een doelstelling die niet alleen met de instemming
van spreeksters fraktie gekozen is maar die een beleid verwoordt waar
°ok de P.H.-fraktie zich altijd sterk voor maakt. De fraktievoorzitter
van P.H. heeft het nog eens te kennen gegeven in de raadsvergadering
van april over het tweede krediet waarin hij stelde met belangstel1ing
uit te zien naar de inspraakresultaten van het personeel.
Aan wat in deze doelstelling staat, werken aan een zo gunstig mogelijk
arbeidsklimaatis naar de mening van haar fraktie niet optimaal voldaan.
Er is wel niet het personeel gesproken, ze hebben gelegenheid gehad tot
inspraak, maar de wijze waarop het college gemeend heeft van zijn kant
op deze inspraakreakties te moeten reageren bevredigt haar niet vol-
doende.
Bij het nemen van dit principe-besluit, waarin het college zich in prin-
cipe uitspraak over de wenselijkheid van reorganisatie, is duideiijk
gesteld dat dit besluit inklusief de daarbij gestelde randvoorwaarden
onderworpen zou worden aan een inspraakronde. Voor deze inspraakronde
zijn regels vastgesteld en de inspraak is ook volgens deze regels ver-
lopen, strak gereglementeerd. Tijdens deze periode werd gaandeweg duide-
lijk dat in ieder geval een deel van het personeel bezwaren bleef houden
tegen de voorgestelde hoofdlijnenstruktuur. Spreeksters fraktie vindt