25 september 1986
260
regeling is juist één van de aspekten die in het voorstel verwerkt is.
Het college erkent dat dit belangrijk is en dat men zeker in een riieuw
organisatiemodel dat soort regelingen daar goed op aangesloten zal moe-
ten hebben en die zullen ook verder uitgewerkt worden.
Spreekster denkt dat het goed is om aan te geven dat daar waar het gaat
om de bestuurlijke betrokkenheid in het Heemsteedse, men spreekt over een
historisch gegroeid gegeven, mede onder invloed van demokratiserings-
processen en ook door de betrokkenheid van de burgers bij het lleemsteeds
bestuurmen in Heemstede een heel eigen bestuurskultuur kent die zowel
voor het college en de raad als voor commissies geldt, waarin men uit-
voerig en betrokken bezig is met datgene wat in Heemstede aan de hand is.
Spreekster kan zich voorstellen dat er, zeker als het gaat om de uitwer-
king van de Heemsteedse bestuurlijke betrokkenheid in relatie tot de
voorgenomen reorganisatie, ook voor het college een reden is om zich
daar nog wat nader over te beraden en het zal zich ook dan nog bezinnen
over de vraag welke verdere konsekwenties de nieuwe organisatieopzet
van het ambtelijk apparaat zal hebben voor de werkwijze van het college.
Het lijkt haar ook een goede zaak om daar te zijner tijd in de commis-
sie algemene bestuurszaken nog eens op terug te komen.
Ook in de reaktie van de heer Van der Zwaag heeft spreekster een posi-
tieve benadering beluisterd van de reorganisatie; het college is daar
bijzonder blij mee. Zij heeft ook beluisterd dat de V.V.D. het onjuist
zou vinden om uitgangspunten, zoals nu geformuleerdverder naar de
toekomst te schuiven en dat zij op dit moment voorstaat te komen tot
een besluitvorming inzake de hoofdstruktuur. De fundamentele wijziging
in de organisatie wordt door de V.V.D. ook voorgestaan boven marginale
aanpassing, die op langere termijn minder soelaas zal bieden.
De opmerking ten aanzien van de veranderingen die de laatste periode
gemaakt zijn, en die positief gewaardeerd worden, spreekt het college
aan. Zij moet daarbij zeggen dat ten aanzien van de zorg die wordt uit-
gesproken met name over de afdeling personeelszaken als het gaat. om de
kapaciteit en belasting in de komende periode - dat vindt men ook in
de financiële paragraaf terug - het college heeft uitgesproken dat in
de komende periode een invoeringsproces gepaard zou kunnen gaan met een
verhoging van kosten, omdat in die invoeringsperiode op versclii 1 lende
plaatsen in de organisatie mogelijk een zeer grote belasting zou ont-
staan. Ilet college gaat er dus van uit dat nâ de invoeringsperiode dat
zeker niet het geval zal zijn. Het is dus mogelijk dat tijdens de in-
voeringsperiode binnen de organisatie soms wat ondersteuning zal moe-
ten plaatsvinden om het geheel goed te kunnen laten verlopen. Het col-
lege is ervan uitgegaan dat er na een periode van 3 jaar een organisa-
tie is die zeer effektief en flexibel zal kunnen werken en het gaat er
ook vanuit dat het rendement van deze operatie dan ook zeker zichtbaar
zal zijn.
Inzake de oproep van de V.V.D. tot soepeiheid bij de învulling van het
model zegt spreekster dat het goed is om twee dingeri uit elkaar te halen
Aan de ene kant zal het zeker nodig zijn om met soepelheid en kreativi-
teit tewerk te gaan als liet gaat om de invulling van iets dat nu nog
een funktiemodel is, om te komen tot een goed werkbare organisatie. Aan
de andere kant zal het duidelijk moeten zijn dat het model zoals het op
tafel ligt ook het model is en dat daarin dan niet nog eens halverwege
de rit een aardverschuiving kan plaatsvinden. Men moet ook niet dogma-
tisch doenmaar het is wel de kapstok waar allen straks de jas aan gaan
ophangen.
