261
25 september 1986
Ook bij het C.D.A. heeft spreekster beluisterd dat het model elementen
bevat die waardevol en goed zijn voor het funktioneren van de organisa-
tie, en dat het model op zich al pluspunten in zich heeft ten opzichte
van de huidige situatie.
Toen mevrouw Karssen aangaf dat de huidige organisatie al zeer lang be-
staat en dat ons organisatiemodel al zijn eigen vorm sinds Thorbecke
zou hebben, toen heeft spreekster daar niet meteen bij stilgestaan,
maar zij gelooft het onmiddel1ijk. Men heeft in Heemstede heel lang een
organisatiemodel gekend, waarvan het misschien inderdaad goed is dat men
dat eens verandert en dat men komt tot een toekomstgerichte organisatie
Spreekster beluisterde bij het C.D.A. dat deze toch moeite heeft met de'
proceduremet name met het feit dat het georganiseerd overleg nu heeft
afgeraden om nu al een organisatiestruktuur vast te stellen en toch meer
neigt naar de mogelijkheid om een verandering vari de bestaande organi-
satie verder te onderzoeken, iets wat spreekster toch niet bij de andere
frakties beluisterd heeft. Zij kan zich voorstellen dat het C.D.A. zegt
niet gelukkig te zijn met het gegeven dat de meerderheid van het perso-
neel zich nu niet uitspreekt voor een verandering van de organisatie.
Daar staat het C.D.A. niet aileen in, spreekster denkt dat dit voor
allen geldt. De vraag is echter of dat gegeven op dit nioment moet lei-
den tot een uitstel van de situatie, dus een verandering van de proce-
dure, of tot het voortzetten van de procedure waarbij juist dat aspekt
een zorgpunt is waar men heel veel aandacht aan zal moeten schenken.
Het C.D.A. heeft aangegeven dat de vastgestelde procedure voor een deel
niet goed is verlopen, zeker als het ging om informatie en aandacht voor
dat wat het personeel over deze materie te zeggen had. Spreekster denkt
dat dit niet helemaal juist is, niet alleen is de hele vastgestelde pro-
cedure gelopen, er zijn extra bijeenkomsten die niet voorzien waren,
althans niet tevoren waren aangegeven, georganiseerd, juist omdat het
college er zoveel waarde aan hecht dat over het geheelzowel in de in-
spraakfase als in de presentatie van de gewijzigde modellen naar aanlei-
ding van de inspraak, inzicht en begrip zou bestaan.
Het college ziet in de opsteiling van het C.D.A. een taxatieverschii
inzake de procedure en niet zozeer een verschil inzake de hoofdstruktuur
waar nu over gesproken wordt. Hoewel er begrip is voor de overwegingen
van het C.D.A. is het college van mening dat dit het moment is waarop na
een half jaar inspraak en weging, van de raad een besluit gevraagd wordt.
Het hecht zeer aan de mening van het personeel zoals dat ook in de in-
spraak maar ook door de m.z.c.'s en door het georganiseerd overleg is
verwoord.
81j de vraag of deze reorganisatie gewenst is zijn vele argumenten over
de tafel gegaan. Spreekster is zich ervan bewust dat er verschillend ge-
dacht wordt over die argumenten, maar tegelijkertijd ervaart zij ook dat
er eigenlijk geen argument ongezegd is gebleven; alle mogelijke argumen-
ten zijn naar voren gebracht op allerlei niveaus, en dan gaat het erom
of een uitstel verandering zal kunnen brengen in de weging van die argu-
menten. En dan komt het taxatieverschilhet college denkt dat het niet
verstandig is om nog langer te wegen maar dat het beter is om nu te be-
slissen. Spreekster gaat ervan uit dat een verdere weging niet opweegt
tegen een uitstel dat nog meer onrust en onzekerheid in de organisatie
teweeg zou brengen. Hoewel het college er waardering voor heeft dat de
C.D.A.-fraktie verwacht dat daar misschien meer acceptatie uit zou kun-
nen ontstaan, denkt het college toch dat dit nu niet de goede weg is.
