249
25 september 1986
volgende vraag die nten zich zelf moet stellen, in welk tempo men dan
dat niveau kan bereiken, welk tempo is daarbij aanvaardbaar. De tijds-
omstandigheden zijn zodanig dat het college in beginsel de nullijn wil
aanhouden bij de tarieven, heffingen enzovoort. Dus men moet heel serieus
kijken of er aanleiding is om ten aanzien van bepaalde posten daarvan af
te wijken.
In dit geval is het college van mening dat dit aanvaardbaar is, omdat er
sprake is van een soort inhaalexcercitie. De gemeente heeft jarenlang
nauwelijks de tarieven van de gymnastieklokalen verhoogd, ondanks het
feit dat in die zin op haar grote drang werd uitgeoefend, met name door
de bijzondere besturen. Zij heeft dat alsmaar voor zich uitgeschoven en
heeft willen wachten tot er meer duidelijkheid bestaat over de wijze van
financiering van het basisonderwijs. Die duidelijkheid is er nu en van-
daar dit voorstel. De partikuliere gebruikers zullen gefaseerd in 3 jaar
deze tariefsverhoging te verwerken krijgen, maar ook daar weer geldt dat
het college van mening is dat de absolute bedragen waar het om gaat ver-
moedelijk heel redelijk op te brengen zullen zijn door de gebruikers.
Voor de verenigingen, de grootverbruikers als het ware, is een speciale
regeling getroffen, en of men dat nu gewenning of ontwenning noemt is
een tweede, het voorstel zoals dat op tafel ligt houdt in, dat de vereni-
gingen over 5 jaar die tarieven zullen gaan betalen die reeds nu, in
sommige gevallen reeds jaren, in omringende gemeenten betaald worden
voor soortgelijke voorzieningen. Toch is dat niet niks; dat realiseert
ook het college zich heel goed. Spreekster wil ook graag de vragen van
alle sprekers ter harte nemen en toezeggen dat het college heel goed in
de gaten zal houden hoe de ontwikkelingen bij de verenigingen zich zul-
len aftekenen.
Wat betreft de jeugdleden, daar heeft het college duidelijk inzicht in
ook op dit moinent, omdat de verenigingen de subsidie voor de jeugdleden
aanvragen op basis van het aantal leden, dus men kan reeds direkt vast-
steilen of daar sprake is van afname. De heer Veen heeft zijn vraag-
stelling duidelijk gekoppeld aan de hoogte van de kontributie, want het
kan natuurlijk niet zo zijn dat oindat Heemstede toevallig ook in zijn
algemeenheid minder kinderen heeft, dat dan een vingerwijzing zou kun-
nen zijn. Spreekster denkt dat het best zou kunnen zijn dat gezinnen
rnet meer kinderen problemen zullen krijgen met het geld dat ze hiervoor
op tafel moeten leggen en dat dit bij een enkele volwassene minder
problematisch is.Maar voorzover dat in het vermogen van het college
ligt zal het de vinger aan de pols houden en spreekster wil graag toe-
zeggen dat als daar aanleiding toe bestaat het college met nadere voor-
steilen bij de raad zal komen. In de financiële positie van de vereni-
gingen heeft het college nu zeker niet altijd inzicht, maar misschien
verandert dat ook in de toekomst nog. Zij denkt dat dit een onderwerp
is dat in zijn algemeenheid wel eens door de raad besproken kan worden.
De heer Van 't llof heeft min of meer verwijtend de vraag gesteld of de
gemeente toch niet een eigen beleid in deze behoort te voeren en uit
eigen middelen bereid zou inoeten zijn om hier meer financiële ruimte
voor te scheppen. Die verantwoordelijkheid wil het college ook niet
ontlopen. Het is waar dat als dit voorstel wordt aangenomen men in de
begroting 1987 niet het spiegelbeeld aantreft van de post die de ge-
meente oorspronkelijk uitgaf, genoteerd onder onderwijs, aan het in-
standhouden van gymnastieklokalen. Maar het is ook zo dat spreekster
de stelling zou durven verdedigeri dat de gemeente in 1987 vermoedelijk