321
Het eerste is de wijze van infonnatieverstrekking aan de raadsleden
door de voorzitters van de diverse conimissies en met name in de
oktobermaand, een zeer belangrijke maand voor de raad. Het college
zoo moeten beseffen dat in de maand oktober een stortvloed aan
informatie over de raadsleden wordt uitgestort, dat die informatie
die de raadsleden willen hebben ertoe dient om onder meer te betrekken
bij de later te stellen vrageri voor de memorie van antwoord en dat die
informatie in schriftelijke vorm pas in de loop van november ter
beschikking is want dan komen de verslagen uit. College Jan de Bruijn
zei het afgelopen maandag in de commissie Financiën zo: "Je krijgt
zoveel te horen zo'n avond", toen hij het had over de commissie finan-
ciën in oktober. De vraag van de raadsleden om die informatie schrif-
telïjk te krijgen, indieri deze op die wijze beschikbaar is, is dan ook
een heel redelijk verzoek. Maar het gebeurt lang niet altijd, sommige
collegeleden zijn er zelfs op tegen. Waarom? Het lijkt mij met name
uw zorg te moeten zijn dat in den vervolge de raadsleden meer adequaat
worden ingelicht.
Een tweede voorbeeld:
In de commissie personeel en organisatie kwam in oktober een toen net
door de leden ontvangen brief van de medezeggenschapscommissie secre-
tarie ter sprake. De commissieleden gaven op hoofdlijnen hun mening
daaroverIn de commissie algemene bestuurszaken die daarop volgde,
meende u te moeten opmerken dat die leden dat niet moesten doen, dat
was geen juiste procedure. Eerst zou het college eeri mening erover
moeten hebben geformuleerd.
We zullen het er gauw over eens zijn dat het heel verstandig kan zijn
van raadsleden om een advies van het college af te wachten alvorens
een mening te formulieren. Maar dat als regel aanvaarden, gaat mijn
fraktie te ver. Daarbij moet worden bedacht dat informatie verkregen
van anderen dan het college een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor
raadsleden voor het uitoefenen van de controlerende en sturende taak
van de raad.
Kan duidelijk worden gemaakt of de voorzitter van de commissie
algemene bestuurszaken in dezen de mening vertolkte van het college?
Waarom gaat mijn fraktie hierop in?
Omdat wij niet gerust zijn. Wij stellen met het college meen ik vast
dat het verkeer tussen de raad en het college, met name ook in de
commissies, in het algemeen bevredigend kan worden genoemd. Maar wij
stuiten ook op gebeurtenissen waarbij wij zo onze vraagtekens zetten
en die wij bepaald ongewenst achten. Wij vragen daar de aandacht voor
van het college. Vrees dat de raad op de stoel van het college gaat
zitten, behoeft er niet te zijn: alleen al de tijd ontbreekt de
meeste raadsleden daarvoor, althans van degenen die in mijn fraktie
zi tten.
Heemstede en de wereld.
1986 was voor sommigen een belangrijk jaar voor wat betreft de inter-
nationale kontakten. Het is al gezegd door de heer Solleveld: lleem-
stede is een officiële jumelage aangegaan met Leamington Spa, en
volgend jaar gaan we dat bekrachtigen in Engeland. Ilet komende jaar
wordt in dat opzicht ook zeer belangrijk, naast het bezoek aan
Engeland.
Een raadsmeerderheid heeft vastgesteld dat we v6ör 1 januari 1988 een
onderzoek afronden of en op welke wijze Heemstede een speciale band
met een geineente uit een Oostblok-land kan aangaan.
27 november 1986