27 november 1986
337
Inzake de vraag over de welzijnswet in 1988 en hoe die er misschien
uit gaat zien, zegt spreekster dat het een kwestie is van een glazenbol
voor zich neerzetten, dan maar goed schudden en hopen dat de blik die
men er op dat moment in werpt de goede zal zijn, maar de kans dat er
iemand anders weer aan schudt is levensgroot aanwezig.
Gevraagd is of het college, mede in verband met het in 1988 in werking
treden van de welzijnswet die in dit verband de gemeente een taak
oplegt, toe kan zeggen dat een nadrukkelijke rol vervuld zal gaan worden
in de commissie bejaardenwerk. Spreekster zegt dat over de welzijnswet
geen toezeggingen gedaan kunnen worden omdat niet bekend is hoe die
eruit gaat zien.
Als het gaat om de commissie bejaardenwerk en als het gaat om het
oudefenbeleid in de gemeente Heemstede, dan acht zij het goed om daar
het volgende van te zeggen.
De commissie bejaardenwerk is een commissie die onder leiding en onder
de vleugels van het dienstencentrum fungeert, het is dus een club van
het particulier initiatief. In het kader van het ouderenbeleid is het
voor de gemeente erg moeilijk om aan het beleid vorm te geven. Hen heeft
ook de afgelopen periode veelvuldig in de krant kunnen lezen dat dit niet
zozeer een probleem van de gemeente Heemstede is, maar van alle Neder-
landse gemeenten die in het kader van de vergrijzing zich zorgen maken
en heel veel aandacht willen besteden aan de positie van ouderen in hun
samenleving, maar dat die gemeenten geen of nauwelijks instrumenten
hebben om dat beleid ook daadwerkelijk vorm te geven. De gemeente is
grotendeels afhankelijk van de goedwi1lendheid en de bereidheid^van het
partikulier initiatief van allerlei partikuliere organisaties oin zich
in te zetten en de gemeente kan eigenlijk niet veel meer doen dan vragen
en stlmuleren, maar ze kan niet sturen.
Dat is een situatie die niet ideaal is als men zich als gemeente voor-
stelt om een stimulerend beleid te voeren. Het ligt in de verwachting
dat in afzienbare periodes, misschien wel in de welzijnswet of ook wel
in de sfeer van het gecoördineerd ouderenwerk, de gemeente meer midde-
len en handvatten krijgt om vorm te geven aan dat ouderenbeleid doordat
zij bijvoorbeeid zelf gelden gaat verdelen en zelf meer mogelijkheden
heeft om planningen te maken.
Tot op dat moment doet het college zijn best met een vriendelijke glim-
lach en hoopt het dat dit ook helpt. Spreekster hoopt dat zij duidelijk
heeft kunnen inaken dat het vormgeven aan ouderenbeleid een moeilijke
zaak is zolang men daar zo'n beperkt aantal instrumenten voor heeft.
Ten aanzien van de reorganisatie en met name het punt van bestuurlijk
funktioneren zegt spreekster dat enkele maanden geleden in de raad
uitgebreid is gediskussieerd over de reorganisatie, het bestuurlijk
funktioneren en alle aspekten die daaraan vastzitten in relatie tot
de organisatie. De raad heeft informatie gekregen over alle werkgroepen
van ambtenaren die aktief bezig zijn, waaronder werkgroep 16, die zich
met name bezighoudt met de mandateringsregelingendelegatieregelingen,
die in het kader van de nieuwe organisatie getroffen zouden moeten wor-
den.
Dat is een werkgroep die alleen maar bestaat uit ambtenaren; die bereiden
hier ook zaken voor waar de raad straks ais bestuur zijn gedachten over
zal moeten laten gaan en daarin een standpunt bepalen. Het college heeft
zich voorgenomen om dat zeer binnenkort te doen en in het kader van de
reorganisatie probeert ook het college goed aan te sluiten bij dat wat
voor de hele organisatie geldt en daar waar de hele organisatie in
beweging is.