365
De onderwijskundige integratie is een proces dat pas langzamerhand
gestalte gaat krijgen. Bij dat proces is de nota een goed hulpmiddel.
Er wordt ook veelaandacht besteed aan de bijscholing van leerkrachten,
met name ook in de zorgbreedteprojekten, ntet name via de wet op de onder-
wijsverzorging.
De heer Huisman vraagt of het proces genoemd in aanbeveling 16,
namelijk dat de schoolleiding verder geprofessionaliseerd moet worden,
bij de basisschool a) is afgerond en of dit nog een aanbevelirig is die
van toepassing is.
Wethouder mevrouw Van der Pas antwoordt dat het een continu proces is.
Misschien is het goed om de aanbevel ingen nog eens door te riemen in de
commissie onderwijs, dan kan men daar eens uitgebreider op ingaan.
Vraag 13.
De heer Van 't Mof vindt het een wat merkwaardige passage in het ant-
woord dat de direkteuren van de openbare basisscholen van tijd tot tijd
zullen rapporteren en de bijzondere basisscholen geheel vrij zijn in de
besteding. Dat zijn twee verschillende dingen. In het verleden stelde de ge
rneente uit eigen middeien gelden ter beschikking voor culturele vorming,
voor een deel is dat nu Londo-norm geworden, voor een ander deel is het
nog steeds eigen gemeentelijk geld. Sprekers fraktie wii graag inzicht
hebben hoe nu die culturele vorming in die scholen gestalte krijgt en
dan heeft men rapportage nodig. Het lijkt alsof het college dit geheel
vrijiaat, het ook niet meer zo belangrijk vindt, want het antwoord is
wat dat betreft zeer ruim. Het moet toch mogelijk zijn om een rapportage
te vragen van tijd tot tijd, en dan bedoelt spreker dat zo ongeveer
één keer per jaar, over wat er gedaan is, wat goed bevallen is en wat
eventueel tegengevallen is, verslag wordt gedaan. Het bevordert ook de
uitwisselbaarheid van het geheel tussen de scholen onderling en het
geeft enig inzicht in hoe hier nu met die culturele vorming verder voort-
gang wordt gemaakt.
Spreker vraagt de toezegging dat de rapportage er toch komt en dat die
in de commissie onderwijs besproken kan worden.
Mevrouw IJsselmuiden sluit zich bij de vraag van de heer Van 't Hof aan.
Wethouder mevrouw Van der Pas begrijpt de belangstel1ing van de heer
Van 't Hof. Zij kan toezeggen dat. er toch wel iets gaat veranderen. Er
is namelijk over dit onderwerp een gesprek met de inspektrice geweest
en sinds de culturele vorming via de nieuwe bekostigingsregeling wordt
gefinancierd is het wenselijk dat ook culturele vorming in het school-
werkplan wordt opgenoinen. Spreekster heeft al gezegd, dat het schoolwerk-
plan bijgesteld moet worden, dat zal in elk geval volgend jaar gestalte
moeten krijgen en het is heel nuttig dat dan de beleidsuitgangspunten
voor de culturele vorming daarin vermeld worden. De afspraak van de
direkteuren van de openbare basisscholen behelst in wezen niets anders
dan wat de heer Van 't Hof vraagt en het lijkt spreekster inderdaad
zinvol dat daar aan het einde van het schooljaar een rapportage over komt
en zij heeft er geen bezwaar tegen om die rapportage in de commissie te
bespreken.
28 november 1986
