368
28 november 1986
Dat betekent niet dat het juist is, het betekent ook niet dat de politie
ontlast is van deze taak. Maar men moet ook niet de borden weghalen.
Spreker gaat ervan uit dat iemand op een zeilschip nog wel oudervjets
Hollandse ethiek heeft.Alsmen met zeilers praat dan hebben ze het altijd
over hun eigen hoge ethiek, men ziet iedereen elkaar groeten en de regle-
menten beweren ze altijd goed te kennen. Als spreker met een schipper
praat dan heeft hij altijd het gevoel dat het een topjurist is als men
over dergelijke dingen praat. Men moet er toch ergens van uitgaan dat
als er een bord staat dat men daar niet rnag aanleggen, dat mensen het
fatsoen hebben dat niet te doen. Als men er al van uitgaat dat dit geen
zin meer heeft en dat niemand zich er meer aan stoort, dan is rnen te
ver van huis.
De heer Solleveld vindt het fantastisch dat de voorzitter die oud-
Hollandse zeeliedenmoraaldie men op zeilschepen nog tegenkomt, in
zijn beleving nog als iets heiligs ziet. Spreker vindt het ook een mooi
goed en hoopt dat men dat zo kan houden. Hetzelfde heeft hij altijd met
schaatsen, die mensen groeten hem ook en rnaken een praatje, maar dan
denkt hij dat het dezelfde mensen zijn die hij dageHjks op de weg tegen-
komt en die zich dan heel anders gedragen.
Het zijnnatuurlijk niet alleen maar zeilschepen die daar aanleggen en hij
wil niet zeggen dat kapiteins en bemanningsleden van motorschepen een
heel andere houding hebben dan zeilers, maar weilicht dat er toch wel
enig onderscheid te maken is. Dus de voorzitter beperkt zich tot een
zeer enge groep. Spreker kwam met dat voorstel omdat het in zijn ogen
toch wel wat ridicuul is; er is een bord, daar houden mensen zich niet
aan, de gemeente zegt: laat dat nu maar, zolang het niet uit de hand
loopt vinden we het wel goed. Maar spreker is van bevoegde zijde
ingelicht dat indien gewenst er ook noq elektriciteit qeleverd wordt.
Dan meent hij dat dit dingen zijn die zodanig in tegenspraak zijn met
elkaar, dat men ergens moet ophouden om al te toegevend te zijn.
De voorzitter vraagt wie de elektriciteit levert, de Spaarneborgh of
de gemeente.
Wethouder Baar: "Spaarneborgh".
De voorzitter kan zich dan voorstellen dat de Spaarneborgh daar een
eind aan maakt. Als inen het heeft over het verschijnsel schepen en re-
kreanten in het Spaarne en omgeving dan zijn daar goede en dan zijn daar
kwade bij. Er zijn een aantal lieden die zich nergens aan storen, maar
spreker gaat er van uit dat de meerderheid van die mensen wel degelijk
acht slaat op een bord. Anders zou men overal alle borden "verboden
toegang" weg kunnen halen. Als dat bord er staat en de politie komt,
dan kan die optreden. Als het bord er niet is kan de politie niet meer
optreden en is men machteloos geworden.
De heer Solleveld meent dat als bijvoorbeeld inrijverboden genegeerd
worden, de raad aan de bel heeft getrokken en gezegd heeft dat daar wat
aan gedaan moet worden. Want als men doorlopend oogluikend toelaat dat
mensen ondanks de aanwezigheid van borden toch maar hun gang gaan, dan
werkt dat normvervaging iri de hand en dat wil zijn fraktie voorkomen.