28 november 1986 355
OPEtlBARE VERGADERIHG
VAN DE RAAD DER GEMEENTE HEEMSTEDE OP
vrijdag 28 november 1986, te 14.00 uur.
Voorzitter: de heer Jhr. mr. O.R. van den Bosch, burqemeester;
Tegenwoordig zijn de leden: de heren 11. Divendal, A.J.H. van 't llot
mr. H.C.J.L. Borghouts, H.R. Huismari, E.A. Boonstra en J.F. de Bruijn,
mevrouw H.A.Th.G. IJsselmuiden, de heer ing. M.J.M. van der Hulst,
mevrouw M.A.C. Karssen, de heren A.C.F. Berkelmans, drs. E. Veen,
N.ll. Geels, drs. E. van der Zwaag en H.J.G. Bleekemolen, mevrouw
B.L. de llaze Winkelman-Hoesde heer ir. P.G.J. Solleveld, mevrouw
drs. J.R. Beets-Hehewerth en de wethouders, mevrouw mr. M.E. Bierman-
Beukema toe Water, de heer drs. S. Baar, mevrouw S.E.A. Noorman-
den Uyl en mevrouw S. van der Pas-Bouman.
Secretaris: de heer drs. W.H. van den tloek.
De voorzitter heropent de vergadering en stelt aan de orde de memorie
van antwoord.
Vraaq 1.
De heer Borqhouts meont dat men dit antwoord van het college al een
paar jaar hoort. Ihj denkt niet dat daar nu verandering in kan komen,
maar het ziet er wel alleszins naar uit dat zeer binnenkort bekerid zal
zijn dat voorlopig niet de bevoegdheden/taken van de Hationale Ombuds-
man zullen worden uitgebreid tot de gemeenten; daar duidt de heln behan-
deling van het v/etsvoorstel in de Kamer op. Het college spreekt. van
"geen uitbreiding"; dat moet dan vaststaan. Spreker meent dat het college
toch ook akkoord kan gaan als vaststaat. dat het voorlopig, pakweg de
eerste vier jaar, niet komt, dat het zich dan eindelijk gaat bezinnen op
de taak die de commissie beroeps- en bezwaarschriften heeft. Ilij vraagt
of hij het antwoord van het college zo mag lezen.
De heer Solleveld kan zich met zijn fraktie volledig aansluiten bi.j
het antwoord, ervan uitgaande dat het wetsontwerp inderdaad nog in
behandeling is bij de Twoede Kamer. Zolang dat het geval is kan men
natuurlijk niet voorzien wat daar uitkomt. Misschien dat, de voorzitter
daar enig licht over kan doen schijnen.
De heer Van der Hulst zegt dat de situatie natuurlijk iets anders
komt te liggen zoals de heer Borghouts nu schetst en dat het waarschi.jn-
lijk een uitstel wordt voor zeer lange tijd totdat. men definitief tot
een besluit komt. Dan vindt spreker dat men de zaak opnieuw inoet bekijkeri.
Als het een uitstel van vier jaar gaat worden dan wordt het langzamer-
hand een wat vreemde situatie.
De voorzitter antwoordt dat het college zich in verbinding zal stellen
met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, desnoods met de griffie van
dc Tweede Kamer, om exakte informatie over de stand van zaken te krijgen.
De heer Borghouts stelde dat de raad elk jaar hetzelfde antwoord krijgt,
maar het college krijgt ook elk jaar dezelfde vraag, maar dan zal hij de
zaak wel op de rol van de commissie algemene bestuurszaken moeten plaatsen.