375
Vraag 25.
De heer Van 't Hof brengt naar voren dat de vraag is ingegeven vanwege
de bezuinigingen die nu aan de orde zijn en waarschijnlijk ook de bezui-
nigingen die nog komen op dit onderdeelMen kan natuurlijk alles onder-
zoeken. Er is zojuist gesproken over de notitie bibliotheek. Men zou zelfs
kunnen overwegen om in Heemstede te onderzoeken wat de leesbehoefte is
van de mensen, dan krijgt men een aardig gemiddelde; vervolgens kan men
schrappen op het boekenbestand en kan men ook daar bezuinigen.Spreker zeqt
dit als grap, want hij bedoelt in die zin te zeggen dat hij denkt dat
zo'n onderzoek waar hiernaar gevraagd wordt gewoon niet werkt.
Er is op vele manieren in het verleden, ook in het sociaal-cultureel
werk, gepraat over een behoeftenonderzoek. F.r is ook wel eens mee
geëxperimenteerd en er komt telkens geen goed handvat uit, omdat het
heel moeilijk is het onderwerp zo te differentiëren dat men behoeften
kan onderzoeken; men krijgt vaak ook heel verkeerde antwoorden. Als
voorbeeld zegt spreker dat de plancommissie in haar prille begin in
1979 een enquête heeft willen houden. De bevolking werd gevraagd wat
men nu met het sociaal-cultureel werk wil; er kwamen alle mogelijke
antwoorden, maar de meeste hadderi te maken met hondepoep. bankjes langs
het water, het vuil op de straat, kortom een totaal andere invulling
dan toen met die enquête werd beoogd.
Spreker denkt dat zo'n onderzoek niet te objektiveren is, de uitslagen
ervan niet hanteerbaar zijn en bovendien ook niet nodig, want in december
komt de nota club- en buurthuiswerk aan de orde. Daarbij is op drie
niveaus gestreept; wenselijk, zeer wenselijk en niet-wenselijk. Dat
betekent dus dat men uit de aktiviteiten zoals die nu in de club- en
buurthuizen zijn, kan vaststellen dat er een groot scala van akt.ivi t.ei ten
is. Men gaat dus nu kijken wat men eventueel niet zou hoeven. Dat is iets
anders dan een behoeftenonderzoekdat is de omgekeerde gang van zaken,
men streept nu af, en dat doet men terwijl die club- en buurthuizen
goed funktioneren. Ze funktioneren goed omdat ze een goed aanbod hebben.
Spreker vindt dat men moet kijken hoe de subsidiëring van het club- en
buurthuiswerk zo goed mogelijk kan plaatsvinden, maar voor spreker is
daar geen behoeftenonderzoek voor nodig.
Mevrouw IJsselmuiden meent dat juist met wat de heer Van 't llof zegt,
hij eigenlijk de behoefte aangeeft van een extern onderzoek, omdat het
intern heel moeilijk te doen is.
De heer Van 't Hof: "dat heb ik daarmee niet aangegeven."
Mevrouw Beets heeft hetzelfde in de woorden van de heer Van 't Hof
beluisterd. Tot nu toe zijn al die onderzoeken, die toch niet die uit-
komsten brachten waarop gehoopt of misschien verwacht werden, door de
club- en buurthuizen zelf gedaan en niet door een extern bureau. Waarmee
zij niet wil zeggen dat haar fraktie op voorhand een dergelijk onderzoek
zal steunen, maar zij zal zich zeker daarover beraden. Op zichzelf kan zij
zich de vraag van het C.D.A. goed voorstellen, maar juist over de uit-
werking daarvan heeft zij ook wat twijfels. Er schijnen echter toch
ervaringen elders 1n het land opgedaan te zijn, op grond waarvan haar
fraktie zich straks een oordeel zal vormen.
28 november 1986