362 28 noveinber 1986
ln?eH^Dd-iS 65" vroe9er op lijst II een projekt geweest met betrekking
tot de Prtnsenlaän. Dat had toen betrekking op een gekontbineerd fiets/
weer'van UUtU T 09 ee" ÏS«n -iïït
van lijst II afgevoerd omdat în de hele afweging gezien de nood-
Ha?nH 33,1 9 î!an dat 9ekombineerde fiets/voetpad niet zo evident
was dat daarvoor andere zaken zouden moeten blijven wachten.
tr îs întussen wei wat gebeurd en er staat nog wat te gebeuren. Het zou
dus kunnen dat straks niet alleen gedacht wordt aan de aanleg van voor-
zieningen voor fletsers/voetgangersniaar dat ook voor de rijbaan
Z!i^eniTnt"0 Z'Jn" Dat Z0U dan een 9eko"ibineerde aanpak moeten
vorï Seschïeden""9 Z°'n Z°U dan °°k in een wat andere
woctoittü B°°Mtra heeftjn°9 gevraagd naar het karakter van de weg aan de
telijke zijde, met andere woorden, of de mogelijkheid van dat gekom-
bineerde flets/voetpad inklusief rijbaanverbetering mogelijk is
kostVpn"a]ca2ne!f-'"erktwOP-d?t-Cle wethouder ste1de dat plannen maken tijd
nnn r h S men die toch niet în uitvoering kan nemen dan staat ook
nog te bezien of het wel nuttig is.
Spreekster denkt dat het in beleidsmatige zin wel nuttig is om iets van
tevoren op elkaar af te stenmen. Dan moet nten dat natuurlijk ook in grote
jnen klaar hebben. Dat de uitvoering dan volgtijdig gebeurt is natuur-
lijk een vrij logische zaak, zeker met al het bouwverkeer op de weg.
Wethouder Baar begrijpt dat de heer Boonstra met zijn vraag bedoelt
dät; de Pnnsenlaan niet de Heemsteedse Dreef is. Ook spreker denkt dat het
k»n h r h1"3 Cr Van de Prinsen,aan 1n de beschouwing moet worden betrok-
ken en dat de wens tot behoud daarvan aanwezig zal zijn en zeker beper-
wln9n?pfa 0pT99en- 53t h°0ft 6Chter "iet te betekenen dat men aan die
weg niets zou kunnen doen.
Tot mevrouw Karssen zegt spreker dat zoiets wenseiijk zou zijn en ais
moge'ijk is_op zo'n moment dan wil het college dat ook graag doen,
maar het legt uiteraard wel beslag op tijd en kapaciteit, en het zou
,ünnhnhh1Jn d3t hP Z°'n "l0,"ent iets moet 9ebeuren wat weer veel meer haast
hebben. Spreker meent daaron. dat het leuk zou zijn als het kan, en als
met kan dan za) het nader onder ogen moeten worden gezien.
Vraag 8.
De heer Divendal vindt het antwoord op deze vraag duidelijk en vollediq
maar er is nog geen overieg geweest met de weg- en waterbeheerders over
een pläatsTng van de ioswal. Daardoor vervalt de vraag op welke wiize de
problematiek van de ontsluitingsroute hierbij aan de orde is geweest. Er
1S v/eI overleg geweest met de ondernemer die daarbij betrokken is.
Spreker vraagt daarom op wat voor wijze hierbij de problematiek vân de
ontsIutingsroute aan de orde is geweest.
De heer U& Bruijn sluit hierop aan met de vraag: het colleqe is toch
met alleen maar in afwachting?