418
18 deceniber 1986
woonbebouwinguiêt gebruik vüii de dâar aânwezige voorzieningen.
Ilet gaat dus om rijksbeleid, opgelegd aan de provincies wât betreft
toezicht en plänning en wat de uitvoering aângaat opgelegd aan de ge-
meenten. Een artikeï in deze wet verpl icht in beginsel âïle genieenten
âan die uitvoering niee te werken. De provincie lloord llolland ging aan
de slag niet als resultaât het eerste woonwagenplan, waarin Heeustede
verplicht werd om 18 slandplaatsen, gespreid over tenminste 2 lokaties,
te realiseren. Anders gezegd: lleemstede diende op zoek te gaan naar een
plaats voor 6 wagens. De eîsen waaraan een lokatie inoet voldoen oni als
geschikt gekwalificeerd te worden, worden in de wet en in een aantal
aanwijzingen van de minister aangegeven. Eisen, gericht op het beoogde
doel: liet op gang brengen van een integratieproces tussen de woonwagen-
en - fraai gezegd - de sedentaire bevolking.
Iloe men ook mag denken over deze - van bovenaf opgelegde - integratie.
het zou toch te ver gaan om te stellen dat de opvatting dat er iets
moet gebeuren, voiledig uit de lucht gegrepen werd. Er was/is sprake van
een probleem ten aanzien van de toenemende getto-achtige sfeer rond de
grole woonwagencentra en daarmee samenhangende stigmatîsering van dit
gedeelte van onze bevolking.
Die ontwikkeling werd niet alleeri door de overheid geslgnaleerd, maar
ook door de woonwagenbewoners zelf, althans door een aantal ouder hen,
gezien de toenemende behoefte zich buiten deze kampen te vestigen.
Die behoefte mag dan wel bij soiiniigen aanwezig zijn, dat laat onverlet,
dat het merendeel gedwongen wordt de leefgeineenschap, waarin zij vaak
geboren en getogen zijn, te verlaten en zich te vestigen op een aan hen
toegewezen plaats. Mie er ook behoefte aan deze integratie had of er in
ieder geval de noodzaak toe zag, al snel werd duidelljk dat de overgrote
meerderheid van de huizenbewoners die behoefte zeker niet had/heeft, en
dat ook niet onder stoelen of banken steekt. Heemstede blijkt daarop
geen uitzondering, want laat uien zich niet verbeelden dat het op een
andere plek in de gemeerite anders was gegaan.
ûverigens blijken de ervaringen in plaatsen, waar dit proces zich reeds
grotendeels heeft voltrokken, gelukkig redeltjk positief.
Terug naar de Heemsteedse situatie. ilet vinden van een geschikte plaats,
enerzijds beantwoordend aan de gestelde eisen en anderzljds beantwoor-
dend aan de wensen van de toekomstige bewoners en onMonenden is zeker
voor een gemeente die al behoorlijk krap in zijn jasje zit, een vrijwel
onmogelijke opgave. Desoudauks leek de gemeente hierin te slagen rnet
een lokatie in de Vogelbuurt.
Vanaf 1982 heeft overleg plaatsgevonden met gedeputeerde staten teneinde
de vereiste toestemming te verkrijgen. Met name de geluidhindereisen en
het ilaringbuystracé bieken hindernissen, die echter neembaar leken te
zijn, totdat deze zomer een uitspraak van de Raad van State met betrek-
king tot de geluidhindereisen voor woonwagens definitief roet in het
eten gooide, hetgeen bevestigd werd door de definitieve afwijzing door
gedeputeerde staten begin oktober jl. Inmiddels was de uitvoering van
het eerste woonwagenplan natuurlijk doorgegaan met als gevoig onder meer
de opheffing van het woonwagencentrum in de llaariemuermeorHeemstede
was verplicht aan 2 gezinuen uit dit centrum onderdak te bieden per
1-1-1986. iieeinsteedse staat dan ook voor de taak nu iets te verwezenlij-
ken dat gisteren al had inoeten zijn gebeurd. Spreekster denkt dat het
goed is zich te realiseren dat veel mensen in Heemstede zich door de
gemeente overvallen hebben gevoeld. Men kan zich niet voorstellen, dat
die enorme haast nodig is en geen truc.