421
llchtlng aan en ultwissellng van kontakten tussen woonwagenbewoners en
buurtbewoners. Zij wil ook duidelijk uitspreken dat - oin vooroordelen
op dit terrein weg te nemen - waar woonwagenbewoners aanspraak kunnen
maken en mogen maken op alle faciliteiten en rechten welke gelden voor
alle inwoners, dit ook geldt voor verplichtingen die zij hebben. Zij
doelt hier speciaaî op de vrees van buurtbewoners ten aanzien van de
opslag van materialen en bedrijfsmatige bezigheden, de aantasting van
het milieu, parkeerovertredingen e.d.
Dat er een speciale groep van 3 personen is aangewezen die belast is
met de koördinatie van woonwagenzaken duidt toch wel op de wenselijk-
heid die kennelijk ook bij het college leeft om hieraan extra aandacht
te besteden.
Zij doet ook nogmaals een beroep op het college om aan de toezegging
in de laatst gehouden conmissievergadering, dat regelmatig kontrole op
de inrichting zal plaatsvinden, ook uitvoering te geven.
Tenslotte vraagt spreker de toezegging dat in het nog vast te stellen
bestemmingsplan wordt opgenomen, dat het uitdrukkelIjk verboden is om
ter plekke bedrijfsmatig bezig te zijn en materialen op te slaan.
Verder hoort zijn fraktie graag welke maatregelen er genomen zullen
worden tegen geluidsoverlast van woonwagenbewoners tijdens begrafenis-
sen.
De heer Boonstra spreekt zijn waardering uit voor de duidelijkheid
die de beide andere frakties betracht hebben ten opzichte van het onder-
havige onderwerp. Hij is erkentelijk voor de opmerkingen die mevrouw
Beets heeft gemaakt; het waren opmerkingen die ook hij had willen maken.
Een probleem is als een gemeente een onderwerp voortvarend benadert.
in 2, 3 maanden tijd gaat men een besluit nemen dat er vanaf 1978 heeft
gelegen. Spreker kan zich voorstellen dat als dat een bevolkingsgroep
raakt, men daarop reageert c.a. ageert. De vraag die mevrouw Beets
stelt, en spreker met haar, is: is dat terecht Door de vergelijking
van de woonwagenbevolking met andere bevolkingsgroepen komt bij spreker
bijvoorbeeld de problematiek van het Merwedeplantsoen naar voren, dat
dwingt de bevolking te reageren. Er zijn meer problematieken, zoals de
klimtoestanden in de gemeente, dus daar waar speelgelegenheden worden
gekreëerd, waar mensen vrij massaal op reageren.
Dit is dus ook zo'n punt waarop inensen massaal reageren, want het raakt
hun belang. Dat mensen in zo'n situatie op een voorstel van de gemeente
met bezwaren komen acht spreker redeiijk. De vraag is: wat is een rede-
lijke reaktie, wat mag men van een bevolking vragen Dat mensen komen
met problematieken als geluid, verkeer, verkeersonvei1igheid, groen-
voorziening, zijn naar zijn taxatie zakelijke aspekten, waar het col-
lege een antwoord op geeft. Dat men in een haastsituatie fouten maakt
laat zich raden. Het zijn juist dit soort fouten die bij de bevolking
een zekere onrust geven. Als voorbeeld wijst spreker op de informatie
inzake de gewijzigde procedure over kapvergunningen. Bij de beantwoor-
ding van alle ingekomen bezwaren wordt aangegeven dat een kapvergun-
ning eigenlijk niet nodig is want er worden geen bomen gerooid. Zo'n
tegenspraak - zo zijn er wel meer te vinden - geeft een bepaalde
scepsis bij de bevolking.
liet overzicht van mevrouw Beets was daarin goed, omdat het de noodzaak
van de gemeente aangaf om te komen tot een tweede kamp.
10 december 1986