3
bij de direkteur.
Het gestelde in artikel 2 is van overeenkomstige toepassing.
4. De beheerder van de verzameiplaats is gehouden het destruktiemate-
riaai te bewaren, ter beschikking te stellen en af te geven voor
vervoer naar de destruktor met inachtneming van de terzake door de
direkteur gegeven aanwijzingen.
5. Het destruktiemateriaal D moet worden bewaärd in de daarvoor bestem-
de bakken, danwel metalen confiscaatemmers, tenzij de direkteur
terzake van de bewaring een andere regeling met de beheerder treft.
PAR. 4. Overdracht.
Artikel 8.
1. Ten dienste van de overdracht aan de ondernemer worden grote kada-
vers door of vanwege de direkteur op de dag van de aangifte teiefo-
nisch gemeld bij de ondernemer, onder mededeling van de gegevens,
bedoeld in artikel 2, tweede iid.
2. De aanmelding bij de ondernemer van destruktiemateriaai B, C en D,
alsmede kleine kadavers van destruktiemateriaal A geschiedt door of
vanwege de direkteur zo spoedig mogelijk, tenzij het betreft destruk-
tiemateriaal dat door de ondernemer, ingevolge een met de direkteur
getroffen regeling op gezette tijden wordt opgehaald.
PAR- 5. Ophalen en vervoer van destruktiemateriaal door of
vanwege de ondernemer.
Artikei 9.
1. De ondernemer is verplicht tot het ophalen van het destruktiemate-
riaal van de plaats waar het zich ingevoige de bepalingen van deze
verordening bevindt.
2. Het ophalen van grote kadavers geschiedt uiterlijk op de werkdag vol-
gende op die, waarop het destruktiemateriaal bij de ondernemer is
aangemeld.
3. Het ophalen van het overige destruktiemateriaal geschiedt ten minste
ëénmaal per week, tenzij het betreft destruktiemateriaal dat door
de ondernemer ingevolge een met de direkteur getroffen regeling
-6-
4e afd.
29 januari 1987