3
destruktiemateriaal materiaal van dierlijke herkomst, als bedoeld
in artikel 2 van de wet;
destruktiemateriaal A doodgeboren slachtdieren, alsmede gestorven of
in nood gedode slachtdieren, weike onbruikbaar
moeten worden gemaakt voor voedsel voor mens
en dier, zonder dat een nader onderzoek inge-
volge de vleeskeuringswet heeft plaatsgevon-
den;
destruktiemateriaal B destruktiemateriaaibedoeld in artikel 2, eer-
ste lid, sub b, f en h van de wet;
destruktiemateriaal C materiaal van dierlijke herkomst dat na een na-
der onderzoek ingevolge de vleeskeuringswet
voor destruktie bestemd is en zich tot het
tijdstip van ophalen door de ondernemer onder
beheer of toezicht van de direkteur bevindt;
destruktiemateriaal D destruktiemateriaal als bedoeld in artikei 2,
eerste lid sub g van de wet;
kleine kadavers kadavers van biggen, lammeren, geiten, kippen,
konijnen, honden en katten etc., alsmede na-
geboortes;
grote kadavers kadavers, niet zijnde kleine kadavers.
PAR- 2. Aangifte, vervoer en bewaring door de aanqifteplichtiqe.
Artikel 2.
1. De aangifteplichtige doet van het hebben of houden van destruktie-
materiaal zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de eerste werkdag,
volgenueop die, waarop dit materiaal als zodanig is ontstaan, aan-
gifte bij de direkteur. De direkteur regelt de uren waarbinnen deze
aangifte moet geschieden.
2. De aangifte geschiedt, onder opgave van de soort en de hoeveelheid
van het destruktiemateriaaiaismede van de plaats, waar het zich
bevindt.
3. De direkteur stelt met inachtneming van het bepaaide in artikel 12,
tweede lid van de wet een model van het aangifteformulier vast.
-3-
4e afd.
29 januari 1987