7
2. Ingeval van zelfwerkzaamheid, vindt verlaging plaats van de maxi-
male normbedragen overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, leden
2 en 3.
3. In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in
aanmerking komende bijzondere gevallen kan de bijdrage-ineens
bedoeld in het eerste lid, op een hoger bedrag worden bepaald
dan voortvloeit uit de toepassing van dit artikel".
Artikel V.
Artikel 17, lid 3 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"De bijdrage-ineens is gelijk aan een bedrag van 50% van de kosten van
de voorzieningen, doch ten hoogste f 1.250,- per woning ten behoeve waar-
van de voorzieningen worden getroffen".
Artikel VI.
Artikel 18, lid 2 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"De bijdrage ineens, bedoeld in het eerste lid, bedraagt een bedrag ge-
lijk aan de kosten van de bijzondere maatregelen, doch ten hoogste
f 1.250,— per woning, waaraan voorzieningen als bedoeld in artikel 10
worden getroffen".
Artikel VII.
Artikel 19, lid 3 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"De bijdrage-ineens is voor iedere te treffen voorziening gelijk aan het
daarvoor ingevolge artikel 16, lid 1, dan wel artikel 17, lid 3, gelden-
de bedragdoch bedraagt ten hoogste f 8.750,--.
Artikel VIII.
Een nieuw artikel 20 wordt ingevoegd en gelezen als volgt:
l."0p de in de voorgaande artikelen van dit hoofdstuk genoemde bijdragen
heeft. een aanvrager recht met inachtneming van het in artikel 21, lid
2 onder e gestelde omtrent de samenstel1ing van het bruto jaarinkomen:
- voor 100% als het inkomen niet hoqer is dan f 40.000,--;
- voor 90% als het inkomen niet hoger is dan f 45.000,--;
- voor 80% als het inkomen niet hoger is dan f 50.000,--;
4e afd.
29 januari 1987