4e afd.
26 maart 1987
28
ARTIKEL 5
HORECA (H)
1. De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor het
uitoefenen van horecabedrijven.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
a. gebouwen ten dienste van horecabedrijven;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
c. tuinen, waaronder begrepen verhardingen.
3. Oe gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aandui-
dingen op de kaart en de volgende bepaling:
a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwviak
worden gebouwd
4. De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd met
inachtneming van de volgende bepalingen:
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel
van een gebouw of het verlengde daarvan mag ten hoogste 1.80 meter be-
dragen;
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel
van een gebouw of het verlengde daarvan mag ten hoogste 1.20 meter be-
dragen;
c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten
hoogste 3.00 meter bedragen.
1. De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor het
openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, het verenigings-
leven, de godsdienstuitoefeninghet onderwijs, medische, sociale en
kulturele doeleinden en de uitoefening van sportaktiviteiten.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
a. gebouwen ten dienste van de onder 1. genoemde bestemming;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
c. tuinen, waaronder begrepen verhardingen;
d. parkeervoorzieningen.
3. De gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aandui-
ding op de kaart en binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak.
4. De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd met
inachtneming van de volgende bepalingen:
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de naar de weg gekeerde zijde
van een gebouw of het verlengde daarvan mag ten hoogste 1.80 meter bedragen;
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde
zijde van een gebouw of het verlengde daarvan mag ten hoogste 1.20 meter
bedragen;
c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten
hoogste 3.00 meter bedragen.
5. De in lid 2 onder d genoemde parkeervoorzieningen mogen alleen worden aan-
gelegd ten behoeve van de in lid 2 onder a genoemde gebouwen.
ARTIKEL 6
HAATSCHAPPELIJKE DOELEIHDEN (M)
- 16 -