8 4e afd. 26 maart 1987 28
ARTIKEL 17 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALING
er-
'^°e"l. Het is verboden:
a. de onbebouwde gronden of bouwwerken binnen het plangebied te gebruiken
op een andere wijze of voor een ander doel dan blijkens de bestemmingen
en voorschriften kennelijk toelaatbaar is of is aan te merken als een
normaal bestanddeel van dat kennelijk toelaatbare gebruik;
b. de binnen het plangebied gelegen gronden te gebruiken voor het oprichten
of in werking hebben van bedrijven vallende onder het Besluit Categorie
A-inrichtingen Wet Geluidhinder (Staatsblad 1981, no. 671).
2. Ten aanzien van de onbebouwde gronden wordt onder verboden gebruik in ieder
geval verstaan:
a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats voor bag-
ger en grondspecie;
b. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats voor
vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines
of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, zand,
>e- grind en braridstoffen;
c. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstal1ings- of op-
ieve slagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- en vaartuigen of
ver- onderdelen daarvan;
ie- d. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstal1ings- of op-
lits slagplaats dan wel als standplaats voor caravans, woonwagens,
n tenten en andere onderkomens;
e. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als vaste ligplaats voor
ige woonschepen,
tenzij het vormen van opslag betreft die noodzakelijk zijn ter realisering
van van het ingevolge de bestemmingen toegelaten gebruik of die zijn aan te
it- merken als een normaal bestanddee) van dat toegelaten gebruik ofwel indien
et het de plaatsing van êén toercaravan betreft op de bij een woning behorende
het grond.
nede
3. Indien strikte toepassing van het verbod, vervat in lid 1, leidt tot niet door
ande dringende redenen te rechtvaardige beperkingen van het meest doelmatige ge-
moge gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrijstelling van dat verbod.
4. Een vrijstelling als bedoeld in lid 3 wordt niet verleend, dan nadat de com-
ge- missie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en dan nadat
ig belanghebbenden gedurende 14 dagen gelegenheid is geboden om tegen het voor-
;id genomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te dienen. Van het voorge-
nomen andere gebruik en de mogelijkheid voor belanghebbenden, daartegen schrif-
telijk bezwaren in te dienen geven burgemeester en wethouders tevoren kennis
aan eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en bouwwerken en
openbare kennis in éân of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden
verspreid en op de gebruikelijke wijze.
- 23 -