4e afd.
26 maart 1987
28
De bestemmingsverandering vindt thans in meer verhulde vorm
plaats.
b. De tijdens de inspraakprocedure naar voren gebrachte bezwaren
en het destijds tegen het bestemmingsplan Binnenweg e.o.
ingesteide beroep zijn volstrekt inadequaat weerlegd.
c. Reclamanten voeren met betrekking tot het gebruikte argument
"het kunnen inspelen op een mogelijke toekomstige noodzaak
vo°r een andere bestemming" aan dat voorbij wordt gegaan aan
de achtergrond van de besiissing van Gedeputeerde Staten waar-
in uitvoerig aandacht wordt besteed aan de waarde van het
Julianaplein en het daartegenover gelegen Rich. Holplein.
d. Niet is aangetoond, noch is een poging daartoe gedaan, dat de
noodzaak tot aanleg van een parkeergelegenheid aanwezig is.
e. De wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend opgenomen voor het
Julianaplein en niet voor bijv. het Richard Holplein.
f. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid doet afbreuk aan de
rechtszekerheid die een bestemmingsplan beoogt te bieden. De
enkele mogelijkheid dat zich ooit eens de noodzaak zal aan-
dienen tot bestemmingswijziging vindt men onvoldoende grond
om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen.
g. Er 's geen sprake van behoorlijke belangenafweging nu er
slechts over mogelijkheden en toekomstverwachtingen wordt
gesproken. Oprieming van de wijzigingsbevoegdheid verkleint
de rechtswaarborgen van reclamanten. Als de noodzaak tot
gebruiksverandering zich t.z.t.. metterdaad heeft aangediend,
zal een volledige bestemmingsplanprocedure doorlopen moeten
worden.
h. Behoefte aan extra parkeergelegenheid is niet aanwezig omdat
het parkeerterrein gelegen achter de bibliotheek en bereikbaar
vanaf de Eikenlaan, slecht bezocht wordt.
iDe geluidhinder-gegevens zullen bij feitelijke realisering
van parkeergelegenheid niet meer aktueel zijn. De consequenties
hiervan zijn niet onderzocht en zullen later ook niet aan de
orde komen.