4e afd.
27 augustus 1987
81
ARTIKEL 17 ALGEMENE VRIJSTELLINGEN
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de be-
palingen van het plan voor:
a. het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten behoeve
van openbare nutsbedrijven en/of van andere naar doelstelling daarmee ver-
gelijkbare instel1ingenzoals transformatorhuisjesschakelhuisjes, ge-
maalgebouwtjestelefooncellen en wachthuisjes voor verkeerdienstenmits
deze niet groter zijn dan 50 m3 en de bouwhoogte niet meer bedraagt'dan
3.00 meter;
b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die om waterstaatkundige
of verkeersredenen noodzakelijk zijn, zoals duikers en keermuren;
cgeringe veranderingen in de tracé's van wegen en de aanpassing daaraan van
de ligging en de vorm van bestemmingsgrenzen, indien bij definitieve uit-
meting blijkt, dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand van het
terrein slechts kan worden uitgevoerd als op ondergeschikte punten van het
plan wordt afgeweken, met dien verstande dat het tracé van een weg alsmede
de bestemminggrens ten hoogste 2.00 meter mag worden verlegd;
d- afwijkingen van de bij de bestemmingen "Woondoeleinden" en "Erf" behorende
opperylakten, hoogtes en maten teneinde de uitvoering van een bouwplan
mogelijk te maken, mits de afwijkingen niet meer bedragen dan 10%.
2. Een besluit tot vrijstelling als bedoeld in lid 1 onder a en d wordt niet ge-
nomen, dan nadat de commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
is gehoord en dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen in de gelegenheid
zijn gesteld daartegen schriftelijk bezwaren in te dienen.
32