4e afd
27 augustus 1987
81
10.1 Het plan is op het punt van de uitbreidingsmogelijkheden van de woningen slui-
tend. Gelet op het feit dat de opgenomen regeling in een groot aantal (goed-
gekeurde) bestemmingsplannen is opgenomen, in de praktijk goed voldoet en geen
problemen oplevert, is het niet gewenst en/of noodzakelijk de regeling aan
te passen. De regeling bevordert de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en
wordt voldoende duidelijk geacht voor degenen die hiermee moeten werken c.q.
in aanraking komen.
10.2 Op de bestemming "erf" grenzend aan de bestemming "detailhandel" zijn inder-
daad gebouwen aanwezig die door het onderhavige plan onder het overgangsrecht
worden gebracht. Dit is bewust gedaan. Uit stedebouwkundig oogpunt is het na-
melijk ongewenst op deze plaatsen gebouwen te hebben. De betreffende terrein-
gedeelten dienen, gelet op hun situering, onbebouwd te blijven.
Bebouwing dient plaats te vinden op de gronden met de bestemming "detailhan-
del". De panden waarin detailhandelsaktiviteiten plaatsvinden hebben een rui-
me uitbreidingsmogelijkheid gekregen. De bedrijfsvoering wordt niet in nega-
tieve zin beïnvloed.
Eên gebouw en een gedeelte van een gebouw worden door de voorschriften van
de bestemming "tuin" onder het overgangsrecht gebracht.
In verband met de open strook langs de Crayenestervaart ten oosten van de
Johan Bosboomlaan en de open strook langs het Spaarne zijn deze bouwwerken
ongewenst. Zij zijn derhalve niet positief bestemd.
Bepaalde bouwwerken onder het overgangsrecht brengen, hoeft niet te betekenen
dat deze direkt gesloopt dienen te worden. Ook hoeven hiertoe geen konkrete
plannen te zijn.
10.3 Aan de opmerkingen terzake van de voorschriften en de kaart is tegemoet ge-
komen, met uitzondering van de opmerkingen ten aanzien van artikel 4, lid 3,
sub a en artikel 7.
De regeling van artikel 4, dus ook hetgeen in lid 3, onder a, is bepaald
heeft uitsluitend betrekking op de gronden met de bestemming "woondoeleinden"
en niet op andere bestemmingen. De tekst geeft overigens alleen aan van waar-
uit gemeten moet worden, niet in welke richting.
In artikel 7 is alleen de hoofdletter "M" genoemd. De kleine letter "m" op
de kaart is strikt genomen overbodig. Voor de leesbaarheid van de kaart
- zeker van een ongekleurde - is het gewenst het bij een gebouw behorend ter-
rein ook als zodanig aan te geven. Het is niet nodig dit in de voorschriften
te verwerken. Hetgeen bedoeld wordt, is voor een ieder duidelijk.
11. Ondersteuninqsinstituut Noord-Holland.
Door deze instantie is bij brief van 26 april 1986 als volgt gereageerd:
In de toelichting van het plan hebben wij een uiteenzetting gemist over het
met de plaatselijke bevolking gevoerd overleg c.q. de maatschappelijke uit-
voerbaarheid van het plan. Nu op dit punt gêén informatie wordt gegeven is
het ons ook niet mogelijk een oordeel te vormen over de vraag ôf en in hoe-
verre dit ontwerp in overgrote meerderheid door de (belanghebbende) bevolking
wordt gedragen en gewenst.
Hoofdstuk VI, Inspraak, zou alsnog moeten worden ingevuld, alvorens het plan
ter visie wordt gelegd.
Hoofdstuk VI van de Toelichting is inmiddels ingevuld. Uit het opgenomen ver-
slag van de gehouden hoorzitting blijkt dat het plan voldoet aan de eis van
maatschappelijke uitvoerbaarheid.