24 september 1987
222
Wethouder mevrouw Bierman heeft gezegd dat zij die nu ook niet wenst
te beantwoorden omdat de witte vlekken in feite nu niet aan de orde zijn.
Zij wil er daarom niet in detail op ingaan. Zij heeft alleen gezegd dat
zij grote vrees heeft voor de financiële consequenties.
De heer Veen dankt de heer Boonstra voor zijn assistentie, maar hij
had het antwoord van de wethouder begrepen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. Bouw hoogspanningsruimte Herenweg. (volgnr. 109)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Xiii. Uitvoering van de reqelinq qeldelijke steun voorzieningen aan
huurwoningen 1987. (volgnr. 110)
De fraktie van mevrouw De Zwart gaat akkoord met het voorstel om de
subsidietoekenning met betrekking tot genoemde regeling door het college
te laten uitvoeren. Voor wat betreft de verhuis- en herinrichtingskosten
dienen de corporaties jaarlijks verslag te doen van de bestede gelden.
Als spreekster het goed begrepen heeft hoeven zij niet alle gelden aan
de bewoners uit te keren maar kunnen zij een bedrag in reserve houden.
Spreekster vraagt of ook de commissie volkshuisvesting deze jaarlijkse
verslagen te zien krijgt en indien ook particuliere verhuurders in aan-
merking komen voor een vast percentage van 9i% er dan nog enig zicht is
op deze gelden als die ook daar niet in zijn geheel besteed zullen wor-
den.
De heer Divendal merkt op dat deze rijksregeling - die nu weer wordt
overgebracht naar de gemeente - de tweede regeling is die te maken heeft
met groot onderhoud, ingrijpende woningverbetering en energiebesparende
voorzieningen, die worden gedecentraliseerd naar de gemeenten toe.^
Het staat in het raadsvoorsteldecentralisatie-streven van het rijk
staat voorop. Bovendien heeft het rijk het inzicht gekregen dat de voor-
raad huurwoningen veel slechter is dan aanvankelijk werd gedacht, ofte-
wel het rijk geeft een stuk beleidsterrein uit handen aan de gemeente.
Spreker denkt dat daar mede meespeelt dat ook het rijk een stuk nieuw-
bouwprogramma1s aan het inleveren is, dus men ziet ook in dat men meer
moet gaan doen in de woningverbetering.
Er is dus sprake van een gedecentraliseerde regeling naar de gemeente
toe. Toch zit daar een soort tegenstrijdigheid in, want de regeling be-
vat aan de andere kant een aantal zeer gedetailleerde voorschriften
waar men zich aan moet houden. Het belangrijkste is het verschil tussen
budget- en niet-budgetgemeenten. Verder staan in het raadsbesluit al-
lerlei regels die te maken hebben met bedragen, met kosten en dergelij-
ke en dat is toch vrij nauwkeurig omschreven. Tegelijkertijd bevat de
hele regeling ook een aantal zogenaamde flexibiliteitsregels, ofwel een
aantal regels waarin de gemeente een beleidsvrijheid krijgt om daar nog
zelf wat aan te doen. Die beleidsvrijheid van de gemeente heeft betrek-
king op het kunnen laten plaatsvinden van een prioriteitsstel1ing; de
gemeente kan sturen welke gebieden, de soorten woningen en de soorten
van ingrepen aan de woningen. Ze kunnen sturen op wat voor terreinen zij
in eerste instantie willen stimuleren dat dit soort projekten in aanmer-
king komt voor deze subsidieregeling vanuit het rijk. Bovendien kan de
gemeente ook nog nadere voorschriften aan het één en ander verbinden.