26 november 1987
285
Wethouder Baar zegt dat mevrouw Beets een aantal kritische kantteke-
ningen heeft geplaatst bij het voorgestelde pakket van maatregelen.
Het zijn ook min of meer voorwaarden voor haar fraktie die gesteld wor-
den om daarmee aan te geven of het pakket tenslotte toch aanvaardbaar zal
zijn. Op een aantal onderdelen daarvan zal door andere leden van het col-
lege worden ingegaan. Spreker wil zelf stilstaan bij het projekt Leidse-
vaartweg-noord. De conclusie dat het uitstel mede wordt veroorzaakt door
gebrek aan mankracht lijkt hem niet juist. Het zijn primair financiële
overwegingen die het college ertoe hebben gebracht dit projekt naar 1989
te schuiven. Dat wil ook niet zeggen dat met de planvorming in 1987 nog
niet zou zijn begonnen. Mevrouw Beets relateert aan de brief die daarover
aan de bewoners is geschreven. Spreker moet wel zeggen dat nadat het col-
lege-voorstel in september is gekomen, de planvorming even is stilgelegd
in afwachting van de nadere besluitvorming door de raad. Maar als de raad
instemt met het voorstel dan kan bij wijze van spreken morgen weer met
voortvarendheid aan die planvorming te werk worden gegaan, in goede har-
monie uiteraard met overige zaken. Spreker begrijpt dat het mevrouw Beets
erom is begonnen dat men tijdig de nodige maatregelen treft zodat het dan
ook in 1989 kan worden uitgevoerd. Het college wil daar zijn best voor
doen. Duidelijk zal zijn dat daar heel wat voor komt kijken. Er is ook in
die omgeving het éên en ander aan de hand. Maar dat neemt niet weg dat na
morgen, aannemende dat de raad met het voorstel instemt, ook aan die plan-
vorming verder zal worden gegaan.
Mevrouw Beets vraagt of zij goed begrijpt dat als die financiële maat-
regel niet was genomen, men inderdaad in 1988 met de uitvoering van de
reconstructie Leidsevaartweg-noord had kunnen beginnen. Zij vraagt of die
planvorming zover was dat dat mogelijk was.
Wethouder Baar antwoordt dat als er geen belemmeringen zouden zijn
ontstaan in de zin dat er even pas op de plaats moest worden gemaakt, aan
het plan had kunnen worden doorgewerkt en dat de planning, zoals die in de
planningsuitvoering en ook in de beleidsplanning staat, in principe ge-
volgd had kunnen worden. Misschien zou dat moeilijk zijn geweest; men zou
best op praktische bezwaren hebben kunnen stuiten, maar spreker is ook
niet zo ver dat hij zegt dat het er in 1988 niet van had kunnen komen.
De heer Van Schalkwijk: "Betekent dit dat u vooruitlopend op besluit-
vorming door de raad reeds planvorming rondom Leidsevaartweg-noord heeft
opgeschort?"
Wethouder Baar is ervan overtuigd dat het het college kwalijk was ge-
nomen als er doorgewerkt zou zijn met plannen waarvan niet zeker is of de
raad daar uiteindelijk wel of niet zijn goedkeuring aan zou hechten.
Inzake de gemaakte opmerkingen over de beleidsplanning stelt spreker om
wille van de tijd voor de vragen die nu gesteld zijn te inventariseren en
daarop binnen afzienbare tijd, voordat de volgende procedure weer op gang
komt, terug te komen via het college voor een bespreking van deze materie
binnen de commissie financiën en beleidsplanning. Beleidsplanning is een
proces dat voortdurend evaluatie en bijstelling behoeft en spreker denkt
dat het goed is dat het college zich daar nog eens nader over buigt.
De heer Van Schalkwijk zegt dat er twee punten zijn die niet voor
niets aan de orde gekomen zijn. Dat is het principe van de splitsing van
de prioriteitstel1ing en de begrotingsbehandeling en de wijze waarmee om-