26 november 1987
287
de reconstructie van de Leidsevaartweg-noord weer naar 1988 terug te ha-
len, zegt spreker dat er terecht op is gewezen dat aan dit projekt door
de raad een hoge prioriteit werd gegeven. Het college kwam echter voor
een moeilijke beslissing te staan. Ook in tweede instantie was zijn stre-
ven gericht op een evenwichtig pakket van maatregelen en het weer terug-
halen van het projekt Leidsevaartweg-noord, in combinatie met de verbete-
ring van de omgeving van het station, zou dit streven in ernstige mate
hebben verstoord, want de uit dit gecombineerch projekt voortvloeiende
lasten zouden immers al voor meer dan de helft ue extra ruimte van die
f 256.000,-- hebben ingenomen en dat leek hem moeilijk verteerbaar.
Dat is dan ook ter nadere adstructie van de financiële overwegingen van
het college. Omdat ook het college tot het oordeel is gekomen - dat is
natuurlijk een belangrijke vraag - dat het technisch en verkeerskundig
niet onoverkomelijk zou zijn de uitvoering een jaar op te schuiven, is
het tot dit voorstel gekomen.
In antwoord op de vraag van de heer Van der Hulst om het volgend jaar
ernstig te streven naar ruimte voor nieuw beleid, herinnert spreker in
dat verband aan de discussie die hierover het afgelopen voorjaar is ge-
voerd, welke discussie heeft geleid tot de afspraak om mede met het oog
op de wenselijkheid van nieuw beleid mogelijkheden tot heroverweging aan
te dragen tot het drie- of viervoudige van het bedrag dat nodig leek te
zijn om de begroting voor het volgend jaar sluitend te maken. Dat is
de afspraak waartoe het college na lang wikken en wegen en afweging van
de voor- en nadelen is gekomen en spreker denkt dat deze afspraak door
de uitzonderlijke omstandigheden van dit jaar niet heeft gewerkt, maar
dat betekent niet dat men bij voorbaat hoeft aan te nemen dat het vol-
gend jaar die afspraak niet zou kunnen werken. Dit is dan ook een punt
dat het volgend voorjaar bij die evaluatie maar moet worden meegenomen
of er inderdaad reden is om op deze wijze door te gaan. Een reden voor
bezinning is er zeker wel en misschien moet dat zelfs even naar voren
worden gehaald omdat dit juist een punt is dat vôör de start van de
volgende heroverwegingsoperatie doorgesproken moet worden.
De heer Van Schalkwijk heeft gerefereerd aan de woorden van de voorzit-
ter aan het einde van de vorige raadsperiode, toen bijna iedereen die
was opgegroeid met de beleidsplanning, uit de raad vertrok. In het mid-
den latend of dat zo was, uit de woorden van de heer Van Schalkwijk is
in ieder geval duidelijk geworden dat spreker zeker niet meer alleen
staat en dat doet hem deugd. De heer Van Schalkwijk is niet ingegaan
op het andere deel van de profetische woorden van de voorzitter, name-
lijk dat de heer Baar het zo langzamerhand steeds moeilijker krijgt.
Waarschijnlijk wilde hij spreker de conclusie besparen dat die vooruit-
ziende blik terecht was en spreker waardeert ook dat.
De heer Van Schalkwijk: "Ik wilde u gewoon een beetje helpen in het
verwerkelijken van uw vooruitziende blik".
Wethouder Baar waardeert dat, hetgeen natuurlijk niet wegneemt dat
de wethouder van financiën het inderdaad steeds moeilijker lijkt te krij-
gen. Hij hoopt alleen niet dat de wijze waarop nu wordt geprobeerd de be-
zuinigingspijn te verdelen ertoe zal leiden dat men ooit nog eens zal
zeggen: de grootste gemene deler is de wethouder van financiën.
De heer Van Schalkwijk heeft gezegd dat een afwachtende en reactieve op-
stelling van de raad onbevredigend is. Het college is dat met hem eens,
dit leent zich niet voor herhaling en wat hem betreft is het een incident.
Wat het aangeboden pakket betreft heeft de heer Van Schalkwijk terecht